GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 158

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 158

Derde deel

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

160

ZOND.

XXIX. HOOFDSTUK

V.

lichaam niets in het andere overgaan, dan langs den gewonen weg, dien

God

in de schepping daarvoor gesteld heeft. Ja zelfs

eter

zijn

< niet

zijn

medemensch slacht en lichaam, maar alleen

zijn vleesch

waar de menschen-

braadt en

toch

eet, eet hij

de stof, waaruit dit lichaam tijdelijk be-

stond.

Doch ook hiermee

de hoofdfout nog niet aangewezen, waarvan ge-

is

heel deze gedrochtelij ke voorstelling uitgaat, en die hierin

Christus ons in het heilig

lichaam en

zijn verbroken

onze

het

breekt

is,

brood,

eer

zijn

hij

gelegen, dat

Immers zoowel het symduidelijkste. De Heere

dit ten

het zijn jongeren toereikt, en giet den wijn in

jongeren dien drinken. En als

jongeren toereikt, zegt

wordt

hij

vergeving

der

hij

dan brood en wijn

uitdrukkelijk, dat dit brood zijn lichaam

zonde.

Avondmaal dat verbroken en

heilig

loren

tot

en

;

maal

dit

verheerlijkte

aardsche

is

licht

bij

ver-

het heilig Avond-

maar

zelfs het

gebrekkige van dit

Het verheerlijkte lichaam des Heeren maakt op glorie, gelijk

Damascus en Johannes op Pathmos. Die aanblik nu

bij

het

bij

op het verheerlijkt lichaam des Heeren. In het

ons geen anderen indruk dan van majesteit en zag

datver-

worden

vergoten zijn uit het oog

niet enkel het lijden,

overv/onnen.

is,

Geen oogenblik mag dus

nu wordt het metterdaad, zoodra men

zielsoog

zijn

maar

een spijs en drank voor

dat voor velen verbroken wordt, en dat die wijn zijn bloed

goten

<

te cijferen.

woorden der inzetting bewijzen

den beker, eer zijn

weg

is

niet zijn verheerlijkt lichaam,

zijn vergoten bloed tot

ziele biedt. Dit feit is niet

bool als de

aan

Avondmaal

Paulus

is

hem

een gansch

andere dan dien de aanschouwing van het kruis van Golgotha wekt. Ge-

meenschap

met den

met den gekruisten Christus

verheerlijkten Christus,

maar

Een onderscheid, waarop Jezus uitdrukkelijk, juist

dat

niet

hij

bij

leidt

wel tot gemeenschap óók

in zichzelve is ze iets anders.

zelf wijst, door het zijn jongeren zoo

de instelling van het heilig Avondmaal,

te

zeggen

meer met hen van deze vrucht des wijnstoks drinken

dien

totdat

hij

nieuwe

drinken

nieuw zou is

zou,

drinken in het Koninkrijk zijns Vaders. Dit

een drinken in den staat der heerlijkheid, en van dat

nieuwe drinken in het Koninkrijk zijns Vaders wordt het drinken van den

wyn aan het heilig Avondmaal juist onderscheiden. Op dit nunt mag dus geen oogenblik de minste verwarring

vergoten

Het verbroken lichaam

maar door de zijn

is

is;

verheerlijking wierd juist de vernedering van het verbroken

des lichaams overwonnen en te niet gedaan. Moet hier nu het lichaam

genomen worden, gelijk èn de symboèn de inzettingswoorden van het heilig Avondmaal dit eischen, dan

des Heeren in zijn verbroken staat liek

toegelaten.

wel hetzelfde lichaam, dat thans verheerlijkt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 158

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's