E voto Dordraceno - pagina 181
ZONDAG
VIII.
HOOFDSTUK
169
IV.
beschouwing rechtstreeks tot den Vader op. Niemand voelt zich als kind van den Heiligen Geest of als kind van den Zoon, maar v^^el als kind van den Vader. Dit nu gaat intusschen zoo toe, dat de Heilige Schrift ons wel terdege leert, dat bi] het raadsbesluit onze verordineering, bij onze schepping, onze instandhouding en onze wedergeboorte, ook wel terdege inwerkingen en medewerkingen van den Zoon en van den Heiligen Geest plaats grepen. Of liever nog dat niet de Vader alleen, maar alleen de Vader door den Zoon en in de gemeenschap van den Heiligen Geest ons verordineerde, tot aanzijn riep, in aanzijn hield en den wortel van het aanzijn in de wedergeboorte vernieuwde. En ditzelfde nu gaat ook door bij het werk der Verlossing. De Verlossing grijpt onze ziel ,,in het bloed des Zoons van God", en niemand zal ooit spreken van het bloed des Vaders of van het bloed van den Heiligen Geest. Er is vrede door het bloed des Kruises, maar niemand spreekt daarom van het kruis des Vaders of het kruis van den Heiligen Geest, maar alleen en altoos van het kruis van Christus. De kerk is er zich dus volkomen van bewust en elk kind van God kent in zich deze onderscheidene werking, dat de tweede persoon in de Drieëenheid, de Zoon, zijn Verlosser wierd in het bloed dat hij vergoot, toen hij zijn
aangenomen leven gaf tot een rantsoen voor velen. Maar ook hier is deze daad des Zoons geen oogenblik buiten een daad des Vaders en des Heiligen Geestes. De Zoon had en heeft niet over zich zelven te beschikken, en daarom is het niet de Zoon, die in dezen eigenmachtig optreedt, maar de Vader die alzoo lief de wereld heeft dat Hij zijn eeniggeboren Zoon geeft en zendt; in wiens Vader-zijn de Raad Gods, dien de Zoon volvoert, zijn oorsprong nam; en die als Vader alle de dagen des vleesches den Zoon draagt. Vader in uwe handen beveel Ik mijn Geest." ,,
En ook de
geen oogenblik werkeloos. Christus van den Heiligen Geest ontvangen, de Heilige Geest was zonder mate
Hem
Heilige Geest
uitgestort,
is
hierbij
en de menschelijke natuur
was zonder de gestadige
is
in
in-
werking van den Heiligen Geest een geheel andere in den Immanuel geweest. En dit nu geldt ten slotte ook van de Heiligmaking. Niet gij maakt u zelven heilig, om dan heilig tot uw God te gaan. Maar de Heere vindt u als
een goddelooze en Hij
is
uw
Heiligmaker.
en belijdt elk kind van God, dat deze werking in van den inwonenden Heiligen Geest draagt. Ook
Maar nu bekent de kerk hem bijzonder het karakter hierbij
evenwel
is
evenzoo
altoosdurend de gelijktijdige en er mee vereenigde werking van den Vader en den Zoon. Jezus Christus zelf zei het tot zijn jongeren: „Ik en de Vader, we zullen komen en woning bij u maken."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's