GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 610

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 610

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

•^7 612

en

waarheid,

en

XXXVI. HOOFDSTUK

ZOND.

majesteit van het door

de

V.

Hem

bevorderd worden; maar ge moogt geen Eed doen,

om

strekken, ^

deren,

soms dat

of

moeten

leugen te

de

Want wel

maar

lijden;

Eed alleen zou

voordeel te bevor-

ontslaan van de moeite van onderzoek.

onder

bitter

we

uw

uzelven uit moeilijkheden te redden,

u te

kan

ingestelde gezag als die

dit is

een

het

is

kwaad

door de zonde onszelven op denhals hebben gehaald, en waartegen

alleen onze waarheidszin in

mag gaan. Dit laatste geldt zelfs zoo streng, mag worden toegelaten. Waar niet de zake

dat er geen enkele exceptie op

maar

Gods,

alleen

uw

belang motief tot den Eed zou

den Eed op de lippen nemen, en geldt in vollen

>des Heeren: „Zweert Wetboek, dat de

lijk

partij

civiele partij bij verjaring

Eed kan opleggen

den

De bepaling

ganschelijk niet."

is

in strijd

zijn,

moogt ge

nooit

woord

zin het strenge

van ons Burger-

b. v.

van schuld haar weder-

met het

rechte begrip van den

Eed, en gaat tegen de verklaring, die Jezus van het derde Gebod gaf, In

om

bruiken,

aan

terecht, dat het

zijn geld te

Gods

om

hebben,

dan Gods

om

Xaam

in.

mis-

komen. Onze Catechismus zegt dan ook zeer is,

daardoor trouw en waarheid

„als de

Overheid

te bevestigen, 7nits

eere en tot onzes naasten zaligheid."

nu wijst

Dit

liever schade lijden,

zweren van den Eed alleen geoorloofd

of de nood het vordert, tot

men

een geval moet

zulk

het standpunt aan, waarop

tegelijk

de hoogere eenheid

te

we ons

te

plaatsen

vinden in het schijnbaar tegenstrijdige,

dat de Christus alle eedzweren verbiedt, en toch zelf voor Cajaphas den

Eed gezworen secten

heeft. Gelijk

opgestaan,

die zich eenzijdig

Eed vastklemmende, te weigeren.

ten

men weet

zijn er telkens in

aan het woord van Jezus over den

in de consciëntie zich

Ten onzent

is dit

gebonden achten,

om eiken eed

met name bekend van de oude Mennonie-

nu weer van enkele Darbisten.

en

de Christenheid

We

zeggen met opzet: „de oud

Mennonieten," omdat er thans onder de Mennonieten nog slechts enkele groepjes

zijn,

die

aan Gods Woord vasthouden, en dus

feitelijk

op de

gronden van Menno tegen den Eed bezwaar hebben. Het spreekt toch vanzelf, dat lieden die zich nog naar Menno noemen, maar geheel van zijn geest

vervreemd

zijn

en

iets volstrekt niet

voor uitgemaakt houden,,

omdat het in den Bijbel staat, of omdat Jezus het gezegd heeft, nooit gekunnen worden in zake den Eed het aloude gevoelen van Menno voor te staan. Menno was er tegen, omdat hij oordeelde dat Christus er tegen was; maar zulke personen zijn er eenvoudig tegen, omdat ze er acht

zelven

iets

verkeerds

vinden.

Spreekt

men

daarentegen van de oude te

doen

Christenen, die door verkeerd inzicht op een dwaalspoor gingen,

maar

Mennonieten en

met

in

van de hedendaagsche Darbisten, dan hebt ge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 610

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's