E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 469
Derde deel
XXXIVa. HOOFDSTUK
ZOND.
aard van het zedelijk leven. Al vergelijken
bij
mag men
471
III.
toch ook het zedelijk leven wel
het groeien van een boom, die vrucht draagt, toch
zedelijk leven nooit als een natuurproces
wordt
vernietigt het, en
name ook wel
zijns
worden opgevat. Wie dat
doet,
ondanks Pantheïst. Een gevaar waarop met
Gereformeerde kringen
in
mag het
mag gewezen, omdat
het zoo
vaak voorkwam, dat men, de vastheid van Gods raad verkeerd opvattenzijn innerlijk leven zich voorstelde, als buiten alle wilskeus, zich
ook
de,
naar een vaste natuurwet. Men weet dan ook, hoe er her-
ontwikkelend haaldelijk
formeerd waanden, en uit Christus,
onder ons
secten
allerlei
maar
het zedelijk leven
die toch feitelijk
haar levenskracht putt'en, niet
Spinoza of een ander pantheïstisch wijsgeer. Neen,
uit is
>
zijn opgestaan, die zich hyper-Gere-
en
blijft juist
hierdoor van alle natuurlijk leven pvin-
onderscheiden, dat het onze eigen medewerking vraagt, of tegen-
cipieel
werking
als mogelijk stelt,
en hierdoor onze eigen verantwoordelijkheid
laat geboren worden.
Het best gevoelt ge den overgang tusschen hooger
zedelijk
leven,
functiën,
die buiten
niet
stand
tot
loozen
zoo
uw
wil,
ge
uw
bij
uw
en
dit
lichaam onderscheidt tusschen die
vanzelf werken, en die andere functiën, die
komen dan met uw
omloop door
dit bloot natuurlijk
wil.
Uw
bloed volbrengt zijn ruste-
aderenweefsel en de kamers van
uw
hart van-
ongemerkt, zonder dat ge er over denkt. En zoo ook ademt ge vaak
zelf,
uren lang rusteloos in en
ademhalingswerktuigen ding,
uw
kleeding,
uw
uit,
in
zonder dat ook maar de gedachte aan
u opkomt. Maar zoo
is
het niet
met uw
uw voe-
uw beweging. Want wel bestaat er uw lichaam in elk gegeven geval, in om volkomen normaal te blijven maar
verwarming,
een absolute bepaling voor hetgeen elk
van
noch
die vier opzichten, eischt,
noch
die voeding,
die kleeding,
weging gaat vanzelf. Dat
moet komen, ding niet
alles
uw
;
die
verwarming, noch die
be-
moet van u komen. En omdat het van u
het zeer denkbaar, dat
nakomt
gevaar voor
uw
is
;
noch
gij
de goddelijke wet van
u op ongezonde wijze kleedt
;
uw
voe-
en zóó verwarmt dat ge
lichaam schept; en of de noodigen beweging nalaat of
lichaam zoo beweegt, dat ge een ongelijk krijgt en
uw lichaam doodt.
Tot op zekere hoogte echter volbrengt ge deze vier actiën bijna ongemerkt en als vanzelf. Ge eet dag aan dag, zonder u eigenlijk rekenschap te ge- ~y
ven
van wat ge in uw eten
niet geringe
doet.
Zoo ook kleedt ge u en zoekt ge by
En met name uw loopen, hoewel op zich zelf een — kunst zie dat maar aan een kind dat pas loopen leert —
koude de warmte
op.
volbrengt ge ten slotte bijna even regelmatig, ongemerkt en vanzelf, als ge
adem
haalt
met uw longen. Die meest gewone daden ten opzichte
van ons lichaam vormen
in dien zin
dus zekeren overgang tusschen ons
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's