E voto Dordraceno - pagina 74
ZONDAG
62
zonde;
uit
IV.
HOOFDSTUK
I.
zonde voortgekomen; en dus
die oorspronkelijke
in
die oor-
En dat juist is het ontzettende van Adams zonde mee schiep als een nieuwe zaak, dat hij een eerste vonk ontstak, die alles in brand zou zetten. En daarom nu is er ook een wortelschuld of moederschuld, waar alle andere schuld uit voortkomt, en deze moederschuld kleeft aan de oor-
spronkelijke zonde ingeweest.
dat
zonde,
er
hij
spronkelijke moederzonde.
Deze drie hooren dus bijeen: Adam aller menschen vader begiftigd met de oorspronkelijke gerechtigheid. Deze vader aller menschen zondigde de ontzettende moederzonde van alle zonden. En eindelijk door deze moederzonde ontstond en wierd beloopen waaruit
alle
die
organische moederschuld,
schuld voortkomt.
Zeggen dat de schuld van Adam niet uw schuld is, en dat Adams zonde niet u aangaat, is dus zoo goed als te zeggen, dat gij buiten Adam
om mensch
zijt
geworden.
Want voor
allen,
die uit
Adam
zijn,
is
deze
wortelzonde en wortelschuld gemeenschappelijk.
Hiermee
is
de auteur van
We
tevens uitgesproken, dat niet God, alle
menschelijke zonde
zeggen met opzet van
alle
maar de mensch
zelf
is.
menschelijke zonde, omdat de Heilige
Schrift ons onderwijst, dat er eer de menschelijke zonde ontstond, reeds engelenzonde aanwezig was, en ook de Catechismus wijst er op, dat het ingeven des Duivels den akker van het menschenhart voor het ontvangen
van het zaad der zonde heeft opgeploegd. Nu is wat de Duivel doet geen menschelijke zonde, maar engelenzonde, want de Duivel is een engel. Een gevallen engel, we weten het wel, maar een engel dan toch. Oorspronkelijk niet boos geschapen, maar geschapen in engelenreinheid, en eerst door eigen wilskeus en opstand tegen
God
alzoo duivelsch geworden.
Dit onderscheid tusschen menschenzonóe en engelenzonde het
oog
verloren, wil
men
niet,
gelijk velen helaas doen,
eigen overtreding op den Duivel schuiven.
De
mag
niet uit
de schuld van
engelen leefden en leven
onder een geheel andere wet dan wij. Ze zijn geen lichamelijke bij wie derhalve o. m. van een gebod als het zevende of achtste geen sprake kan zijn. Menschenzonde draagt ook een eigen karakter. Uit een zondigen engel kan de zonde nooit in een
nog
wezens, maar louter geesten,
mensch overglijden, dan doordien de mensch deze zonde op zich ent, en ze daardoor in gewijzigden vorm als menschenzonde in zich laat opkomen. Dit gold voor Adam, en geldt nog voor een iegelijk onzer, en we zullen wèl doen. met er voor ons zelven en voor anderen steeds
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's