GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 443

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 443

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

HOOFDSTUK

XVI.

431

II.

TWEEDE HOOFDSTUK. En

zijn Heerlijke zal uit

scher uit het midden van zal

hem doen naderen, en

want wie tot

Mij

Mij genaken: borg worde, om genaken? spreekt de Heere. 21. JER. 30

is

te

hem zijn, en zijn Heerhem voortkomen; en Ik

hij,

die

met

hij zal tot

zijn hart

:

dan de aanroeping van den Heere Jezus met den naam van: Goël !" niet slechts poëtisch in een dichter als Da Costa te dragen, maar ook uitlegkundig volkomen juist; door de Heilige Schrift zelve ons geleerd; meer dan eenige andere geschikt om den vollen rijkdom van zijn plaatsbekleeding uit te drukken, en deswege niet van de lippen van 's Heeren volk te verwijderen, maar veel meer nog dan dusver

Zoo

is

,,Mijn Borg, mijn

de predikatie des Woords en

in

in

de voorstelling der Waarheid

in

te

men op den klank van Da Costa's lied Goël en Borg niet als woorden van gelijken zin opvatte. De Goël is Hij, die u verlost uit het dienst huis, uw Borg de intredende Erbarmer, die u vrijwaart tegen den doem van het recht. Toch is ook hiermee nog niet genoeg gezegd. Immers het sluwe Armi-

brengen. Slechts zie

nianisme

is

in

men

daarbij toe, dat

elke voorstelling der waarheid ingeslopen, en heeft vooral

onder het Coccejaansche kleed, getornd aan de zuivere voorstelling van het borgtochtelijk lijden en sterven des Heeren.

Borg en Borg

is

kan

ik

verloren

zijt,

namelijk twee. Als

voor u intreden en

gij

tot

diep in schulden steekt en den rechter zeggen: „Ik kom

in zijn plaats. Schrijf de schuld terstond geheel op mij over. Reken het van nu af aan mij toe en laat hem vrij !" Zulk soort borg noemen de rechtsgeleerden in hun Latijnsche rechtstermen een Expromissor. En zulk een Borg nu is naar goed-Gereformeerde belijdenis de Christus voor zijn volk. Hij treedt voor hen in. Hij neemt allen doem, die op dat volk

rustte,

terstond, onverwijld en geheel over. Niet pas

reeds in den eeuwigen raad. intreedt,

En daardoor

zijn diegenen,

reeds in dien eeuwigen raad weer

hun rechtvaardigmaking

niet eerst

eeuwig, doordien Hij beloofde karakter van een borg, dat

op Golgotha, maar voor wie Hij aldus

vrijgesproken,

en

ontstond

doordien Hij betaalde, maar reeds van

te betalen.

Dit toch

is

juist het

eigenaardig

hij vertrouwd wordt; geacht wordt goed te op zich neemt; en het op zich genomene te zullen volbrengen. En vandaar dat Immanuël als onze volle Borg en wel als onze Expromissor of plaatsbekleedende Borg, voor ons optredende, ons op

zijn

voor wat

hij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 443

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's