E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 560
Derde deel
562
ZOKD.
II.
vromer neiging verstoken waren, dat ze met de afgodsbeelden den
alle <
XXXV. HOOFDSTUK
Waar ge nu
draak staken, en geheel zonder god in de wereld leefden.
Heidenwereld twee menschen ontmoet, waarvan de één
van God kan, en
beeld
om
de ander zich denkt, en
gie
er
daarom een maakt, en
al
den tempeldienst den spot
kniel^ terwijl der
eiscli
reli"
dan voelt
drijft,
ge toch wel, dat de eerste hooger staat, zelfs te midden zijner zonde.
nu
dit
is
richting
van onzen
tijd
-"in
is
om
door en door onvroom. Ze vraagt naar geen
geen
De
religie.
zonder
staat ze niet hooger
behoefte
aan een
om wat we
Reeds
in
Christus
te zijn.
te
God
erkent, als dat het zelf een
maken, en dat het toch een diepen eerbied
voor de goddelijke Almogendheid in de harten kweekt edoch ;
Mahomedanisme geen
vrije uiting der
dit is bij het
menschelijke natuur, maar uitvloei-
van het gebod van den Koran. De Koran nu kent Gods Beeld
mensch
niet;
en
stelt
in
den
het geestelijke en lichamelijke scherp dualistisch
Allah
tegenover elkander.
stel-
het volkomen waar, dat het Mahomedanis-
het Beeld van
beeld van God zou pogen
V sel
maken.
boven aanstipten werpt het Mahomedanisme deze
ling niet omver. "Want wel is
me zoomin
te
veeleer lager. Ze toont door haar leven
;
van God, eenvoudig godsdienstloos
beeld
God
het Beeld van
bij
den Christus voorbij, zonder daarom zelf een beeld van God
Maar hierom
van
dorst zelfs naar een beeld
van haar geweken. En daarom nu gaat ze
is
En
van toepassing ook op de richting onzer eeuw. Onze eeuw, de
God. Ze bekreunt zich
God
de
een
niet buiten
er voor
geen God bekreunt en aan geen enkelen
daarom met
i ^/
is
de alles beschikkende, alles verpletterende
Almachtigheid, die hoog boven
al
het geschapene staat,
maar
meenschap tusschen dezen Allah en den mensch komt het inwoning des Heiligen Geestes
is
geen sprake, en
tot een ge-
niet.
Van een
zelfs in de zaligheid
hier namaals ligt het beginsel der vreugde voor de geloovigen niet in de
zielsgemeenschap met den Eeuwige, maar in een tweede wereld, een nieuw Paradijs waarin zelfs de vleeschelijke wellust uit dit aardsche leven wordt
overgedragen. De zucht naar gemeenschap met God, die uit ons geschapen
naar
zijn
in
zijn beeld voortvloeit,
den zondaar doet opkomen, ontbreekt hier dus geheel. Allah
god
van verre maar
schuwing van
toch
niet
beeld
alle
van bij
nabij.
En
Mahomed
al
geven
we
ruste op het
dat alle beeldhouwkunst en schilderkunst door
zelfs,
''
en die de behoefte aan een beeld van God
is het hoofdzakelijk dit eenzijdig
god van verre en opvatting van
werd.
niet
het
karakter van
toe,
is
een
dat de veraf-
Tweede Gebod, zoo
hem gebannen werdt zijn religie,
dat
f/ï
den
van nabij het best geteekend wordt, waardoor deze
Tweede Gebod
in
den Islam der wijs overheerschend
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
![E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 560](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno-toelichting-op-den-heidelbergschen-catechismus/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's