In de schaduwe des doods - pagina 199
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
191
En
nu,
het
is
tegen deze heilige ordinantie,
dat vooral in dagen
van rouw soms zoo schromelijk, zoo onnadenkend, zoo zonder weet van zonde, gezondigd wordt.
eenio-e
En toch, die heilige jaloerschheid van uw God sluit daarom het menschelijke in het trekken van uw hart niet uit, maar eischt alleen dat uw rouwe niet aan uw liefde voor uw God in den weg trede. Wat hieruit volgt, voelt ge zelf. Deze regel namelijk, dat alle band, die in God geheiligd was, blijft, maar ook dat alle band, die buiten God omging, door den dood voor eeuwig wordt losgemaakt. Is uw kind, dat God van u nam, niets voor u geweest dan een speelpop, uw lust en uw verrukking; lag er niets anders en niets was er geen band in den Doop, geen band diepers achter uw liefde in het Verbond, geen band in den gebede, geen band die u met uw kind voor uw God verbond, zeg zelf, wat zou dan in het eeuwige leven u met uw lieveling gemeen zijn? En zooals het met uw kind is, zoo is het met al uw dooden. Ge kunt u door, o, zooveel geboeid hebben gevoeld, door veel liefs in het uiterlijk, door veel gezelligs in het leven, door veel vriendelijks en innemends; ge kunt onder de koestering van al dit minnende als ineengesmolten zijn, zoodat uw leven met het leven van uw doode dooreengestrengeld lag; en toch, zoo er geen hoogere gemeenschap in de aanbidding voor uw God en in de liefde voor uw Heiland werkte, wat wil dan uit zoo aardsche genegenheid rijpen voor of nabloeien onder Gods engelen? Zeker er is een opstanding des vleesches, en hoe heerlijk ook het lichtgewaad zal zijn, waarin Gods heiligen op de nieuwe aarde onder den nieuwen hemel verkeeren zullen, er zal overeenkomst zijn, en het herkennen van wie we op aarde gekend hebben is niet uitgesloten. Maar ge weet ook, zoo gij komt waar Lazarus ontwaakte, kunt ge alleen gemeenschap hebben met wie ontwaken waar gij zijt. Van alle anderen scheidt u een klove, die niemand overbrugt. Alleen Gods kinderen komen dus met Gods kinderen saam; en ze komen saam zonder zonde, in een staat van geestelijke volmaaktheid, waarin aller liefde voor het Eeuwige Wezen volkomen zal zijn. Hoe zou er dan in zulk een hemelschen toestand een liefde, die niet in de liefde voor God wortelde en buiten den band aan God omging, ;
mogelijk, of ook
En nu Immers,
maar denkbaar wezen?
voelt ge de kracht,
nu
volgt
er
uit,
die van dit hooge gezichtspunt uitgaat. dat ge hier reeds op aarde hebt toe te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's