In de schaduwe des doods - pagina 129
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
!
121 het
leven,
werken
zal,
die o,
reeds door het enkele feit, dat ze bestaat en straks zooveel boosheid in de geboorte tegenhoudt, tempert
haar uitvoering en berooft van haar boosaardig zelf behagen terwijl omgekeerd de smart der verdrukking lenigt, het pijnlijke van de verongelijking minder doet zijn, troost biedt aan hem, die werd neergeworpen, en voor verbittering der ziele en het zoeken van weerwraak behoedt.
bij
;
ze
Laat daarom toch vooral de gedachte aan den Rechter aller rechteren onverzwakt in de consciëntie onzer Christennatie leven blijven, en zie toch toe, dat ge de heugenis van dien Rechter bovenal niet uit het bewustzijn van ons geslacht wegneemt. o, Gewisselijk, zoo ge Gods kind zijt, is Hij uw Vader, en Liefde is zijn wezen, „genadig en barmhartig en groot van goedertierenheid"
Naam. Maar toch, toen de Heere Heere
zijn
zijn heiligen, heerlijken Naam zoo majestueus voor het oor van Mozes, zijnen knecht, uitriep, voegde Hij er onmiddellijk aan toe, als wel waarlijk evenzeer tot zijnen Naam behoorende: „die den schuldige geenszins onschuldly houdt", gelijk ook het Onze Vader ondenkbaar ware geweest zonder de bede tot den Eechter „Vergeef ons onze schulden." Predikt dus vrij de liefde en den rijkdom der barmhartigheden des Heeren zoo ruim, zoo mild, zoo overvloeiende als ge slechts vermoogt, maar predikt ze niet valsch, snijdt er de levenszenuw niet van door, licht er de bezieling en de energie niet uit. Vroeger wist ieders consciëntie nog, dat juist die A'^ader in de hemelen, evenals ieder vader op aarde, in zijn vaderschap, en krachtens zijn vaderschap, tevens Eechter is. Zonder dien achtergrond van den Eechter kon men zich den Vader in de hemelen niet denken. Vader in de hemelen was toen nog geen gevoelsterm, geen sentimenteel begrip, geen klank der slappe gemoedelijkheid geworden, maar het drong nog wezenlijk en waarlijk in het oor met den vollen, rijken, diepen zin, die van nature in dien heiligen naam van :
Vader ligt. Maar sinds heeft men daaraan getornd. Men heeft dat „Eechter" weggelaten, doodgezwegen, straks bestreden. Eechter, neen, dat was de Vader in de hemelen niet meer In de hemelen en op den troon der heerlijkheid was geen heilige, doortastende, scheidende en schiftende energie, maar slechts weekevoor alles de oogen sluitende goedlijke, alles dooreeumengende, hartigheid.
Zoo wilde de booze consciëntie het wel. En toen zei de philosophie dat het zoo wel kon. En door haar zoet gefluit misleid, is toen
ook,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's