GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de schaduwe des doods - pagina 127

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de schaduwe des doods - pagina 127

meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

119 Hij durft iian vrede zal zijn.

Voor hem droom maar

zijn

er

is

altoos

einde

dus

omdat

denken,

hij

weet dat

geen enkele reden, waarom zou voortdroomen. Hij

zoetelijk

dit

einde

den levenskan en moet

hij

wakker worden.

Ook

als

volkomen nuchter

hij

zijn toestand inziet,

is

hij

nóg

ge-

lukkig.

En dan

is

er metterdaad

geen gedachte,

die vriichtbaarder op zijn

om

zichzelven voor God te leeren kennen als een vergankpUjk creatuur. Niets toch zoozeer als dit besef prikkelt tot rusteloozen arbeid.

leven

dan

inwerkt,

„Laat

ons

het

heldere

besef,

werken zoolang het dag

is,

de nacht komt waarin nie-

mand werken kan." Ge zijt toch voor een doel op aarde. Ge hebt een taak. Die taak moet afgewerkt. En dan eerst lost God u af. Niets zoozeer maakt mild en los van het aardsche goed. Niets van wat uw hand verwierf, volgt u in het graf. Naakt zijt ge uit uw moeders buik gekomen, en naakt keert ge in het graf weer. Ge neemt niet met al mede. Niets dringt u zoo sterk om u aan uw God vast te klemmeUj daar Hij toch alleen machtig is om u als vergankelijk creatuur in stand te houden, en als het hier uit is, u met eeuwige armen der ontferming te dragen in het eeuwig aanzijn. Dit vergankelijke leven, en dat eeiiwige, dat daarna volgt, is zulk een krachtige prikkel, om wat voor oogen is niet te hoog te schatten, en te grijpen naar de kroon, die fonkelt van onzichtbaar diamant. „Vergankelijk", en als ge dan toch leven wilt, en weet dat het onvergankelijke alleen bij uw God is, dan dringt dat eigen besef u zoo machtig, zoo rusteloos naar den Eeuwige toe, en voelt ge zooveel dieper dan anders, wat het zegt, dat Hij de Eeuwige, de alleen niet vergankelijke

En daarom,

is,

Hij die alleen onsterfelijkheid bezit.

zoo de Heilige Geest u in deze gedachte inleidt, uw ziel inprent, en er u zóó van doordringt, dat de ademtocht uws levens niet meer een vruchteloos hopen, maar in overeenstemming met de harde en toch zoo heerlijke werke-

u

wel

er bij bepaalt,

lijkheid

zij.

u,

ze diep in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's

In de schaduwe des doods - pagina 127

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's