In de schaduwe des doods - pagina 25

OOK UW LICHAA-M IN GODS UANU.

De

ontleding van ons lichaam

is

in

de Heilige Schrift

volstrekt geen wetenschappelijke ontleedkunde.

Wat op

Schrift desaangaande zegt,

de

het

practische besef,

is geheel berekend dat een iegelijk onzer van zijn

en deswege nu is de hoofdonderbestaan uit een beenderengestel, en dat dit beenderengestel met vleesch bekleed is. In het gezicht, dat Ezechiël van de doodenvallei had, komt dit zoo sterk mogelijk uit. En ook is die onderscheiding geheel natuurlijk; want als iemand gestorven is, €n zijn lijk is verteerd, dan blijft er wat wij noemen het skelet, of wilt ge, de doodsbeenderen over. Die beenderen vormen dus het verborgen deel van ons Wat wij bij levenden lijve zien, is het vleesch lichaam. met het bloed, dat er op het aangezicht in doorschijnt. Maar dat vleesch bestaat op zichzelven niet. Dat vleesch slechts het bekleedsel van datgene, waarin de eigenis en die opstal is ons gelijke opstal van ons lichaam ligt raamte, zooals men het bij een doode noemt, of ons beenderengestel, gelijk het heet bij een levende. De beenderen zijn dus het verborgen deel van ons lichaam, Immers de vorm er van moge dat we zelf nooit zien. onder huid en vleesch uitkomen en door huid en spier heen moge men zijn beenderen kunnen voelen maar, vreeselijke verminkingen nu daargelaten, heeft niemand ooit eigen

lichaam

scheiding, dat

heeft

;

we

;

;

;

beenderen gezien.

zijn eigen

Voor onze huid, en zelfs voor ons vleesch, kunnen we dus ook nog op zekere hoogte zorgen; maar voor onze beenderen niet. Die zijn buiten ons weten ons om verzorgd en in stand Veel houdt de Schrift zich meer dan men doorgaande ken. We neigen, zoodra we

ineengezet

;

ze

worden buiten

gehouden. met ons lichaam bezig; veel uit de predicatie zou opma-

het heilige terrein betreden, ons alleen in het geestelijke te verdiepen, en al wat ons lichaam betfeft, te laten liggen. Iets, wat zich in het gewone leven dan gemeenlijk door gebrek aan heerschappij over het lichaam wreekt.

maar

al

te

Maar de

spoedig,

om

Schrift doet zoo niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen