In de schaduwe des doods - pagina 35
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
27
geneeskunde als een gave zijner ontferming, maar Hij bedienen door gebrekkige en altoos zondige menschen.
De
klip
voor
het
Heere onzen God en
geloof
ligt
dan ook
alleen hierin,
gave gedurig scheiden,
zijn
laat ze
dat
u toe-
we
den-
en soms wel tegen-
over elkander stellen. Bij bekende ongesteldheden van ginder ernstigen aard, dan alleen op den arts vertrouwen, en niet tot God roepen. En wordt het dan ernstiger, dat er gevaar komt, en de kunst van den arts tekortschiet» dan zelf in het gebed gaan en om anderer voorbede smeeken. En die tegenstelling nu mag Gods kind niet vasthouden. Dat was de zonde van koning Asa, van wien het zoo scherp staat aangeteekend „Daartoe ook zocht hij den Heere niet in zijn krankheid, maar de medicijnmeesters." En dat nu mag niet. Dit is ongodvruchtig. Zoodoende gaat ge uw Vader, die in de hemelen is, voorbij. :
Neen, zijns is elke artsenij, die Hij schiep, en die Hij den mensch vinden liet, en zijns is evenzeer de kunst en de wetenschap, het beleid en het inzicht, waarmee Hij den arts verrijkt heeft. De geneeskunde is niet een menschelijke, en veelmin een booze, demonische kunst, maar een middel, dat God in zijn ontferming aan den mensch schonk om tegen ziekte en dood te strijden. Het is daarom een geestelijke vergissing, als iemand denkt: „Ik roep geen dokter en slik geen medicijn, maar ik zal bidden, en dan kan God mij zonder middel genezen." Want om u in het leven te houden, heeft God de Heere ook geen spijs noodig. Zoo kondt ge dus evengoed zeggen: „Ik koop geen spijs, en onthoud mij van voedsel. God kan mij toch wel in het leven behouden." Dat toch kon Hij ook, maar Hij doet het niet, omdat Hijzelf het anders verordend heeft, en u gezegd heeft „In het zweet uws aanschijns zult gij brood :
eten."
En
evenzoo nu
als
God
het brood laat groeien, zoo schiep Hij ook
die menigte van kruiden en stoften, die allerlei ziekte in stuiten,
en
is
Hij het,
uw
lichaam
die ook op dat terrein zijn Aholiabs bedeelt
met kennis. Alleen maar, wee u, zoo ge de geneeskunde buiten God om geen niet bidt dat Hij ze u zegene en niet dankt, zoo Hij zeu gezegend heeft. En wee ook den medicijnmeester, die in stede van deze gave Godsals een priester der barmhartigheid te bedienen, buiten God rekent, en trotschelijk roemt, dat zijn macht en de kunst van zijn hand dit gewrocht heeft. bruikt,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
![In de schaduwe des doods - pagina 35](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/in-de-schaduwe-des-doods/1893/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's