Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 365

Afd.

2.

en dus het recht miste

om

Kirche" aan

testantischen

zijne verklaring:

in

ligt

Hfst.

andere

harless.

§ 112.

III.

standpunt

zijn eigen

357

dat der

als

,,

Pro-

te dienen. Onder dit voorbehoud echter „Die Protestantische Theologie ist keine

26) aanmerkelijke vvinste. Had toch Statutarische Religionen " als practische phenomena tegen

als die Christliche"

(p.

Kant die de „wahre Religion" o vergesteld en Schleiermacher de onderschei,,

;

dene verschijningsvormen der Christelijke Kerk, zonder veel keur van waarheid, gecoördineerd; Harless

het onhoudbare hiervan in,

ziet

en veroordeelt terecht den Theoloog, die niet vast staat in de overtui-

ging, dat zijne theologie de waarlijk Christelijke

weer

was

ver, als hij er bij voegt:

te

an andern Theologien

ihr

uitgedrukt,

voorzichtig toch

,,

wordt hiermee

hij

gaat

gegen das,

Sie protestirt nur

unchristlich

als

Alleen

is.

erscheint".

feitelijk

Hoe

het absolute,

Roomsche kerkbegrip aanvaard en de eigenaardige roeping van andere Kerken, naast die Kerk waartoe we zelven hooren, miskend. d.

i.

,

Zijn aansluiting aan Schleiermacher kelijke,

en

Theologie

ligt

als

is

dan ook slechts een betrek-

hoofdzakelijk hierin, dat ook hij de

bepalenden factor

laat

optreden

;

Kerk

in zijn

maar, wel verre van

evenals Schleiermacher de Theologie uit de practische behoefte der

Kerk

af te leiden

door,

en

zet

,

dringt Harless' Theologie in de zich

hij

tot het

inhoud van het „Christliche Glauben

",

in

tot haar hart

de overtuiging dat

geloof tot overtuiging van wezenlijke waarheid zijn definitie:

Kerk

onderzoek naar het wezen en den

„Die Christliche Theologie

ist

leidt.

Zoo

luidt

dit

dan

also die wissenschaft-

liche

Erkenntniss des Glaubens nach seinem Grund und

geht

vom Glauben

aus und führt zu ihm zurück"

Wesen

(p. 25).

;

sie

Daar

hij

zwijgt van den inhoud van dit geloof is zijn Theologie uiteraard subiectief getint,

gelijk hij er

dan ook openlijk voor uitkomt, dat „die

Religion eine in die Welt gekommene Wahrheit und maar die eerst ,, durch Erfahrung" gekend wordt; deze „Erfahrung" van de „Wahrheit und Kraft " der Christelijke religie

Christliche

Kraft

is",

noemt

hij

„das

„Erfahrung", (p. 24).

Glauben" en het

is

de „Erkenntniss" van deze

die de Theologie zich als haar taak ziet

aangewezen

Alleen omdat deze „Erfahrung des Glaubens" niet atomistisch

voorkomt, maar steeds

in

gemeenschap met gelijkgezinden en dus

een kerkelijk instituut, draagt

zijn

in

Theologie een kerkelijk karakter.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen