Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 332

Afd.

324

Kerk

DU PIN EN GERBERT.

§ IO4.

uitsluitend de Casuïstiek, en

hij

met zeker zwak protest tegen de lakse moraal der

blijkbaar

Jezuiéten.

III.

moraal bespreekt

363). Bij de

(p.

dat

Hfst.

2.

Toch kent ook Mabillon geen anderen uitweg, dan dat de Optandum admodum esset,

vaste regelen voor elk geval geve.

ut nostris

temporibus

.

Ecclesia

.

.

,,

certas confessionariis praescriberet

.

regulas, in poenitentiae tribunali universim observandas "

Ook

heid zou uitloopen.

§ 104. Louis Ellies

Ook aan

in.

du Pin en Martin

Ger bert.

Louis Ellies du Pin

het gevoelen van

Du

een te hooge waarde gehecht.

maar Syncretist

twee malen toe

zijn

op

schrift

gemeenlijk

is

Pin toch was niet bon Catholique

om

en daarbij onmanlijk genoeg

,

vrij-

ten opzichte van de Philosophie neemt hij

geen ander standpunt dan Aquaviva

tot

376).

(p.

wat natuurlijk op een nog sterker binden der Christelijke

Iets

,

voor de censuur

gebracht gevoelen terug te trekken.

Gallicaansch in het Kerkrecht en Jansenist in zijn leerstellig verzet

Rome, had

tegen

hij

toch niets gemeen met de beginselvastheid,

die een tijdlang deze beide richtingen sierde. Veeleer herinnert

aan Erasmus, zoo door

Pin

halfslachtigheid

over

zijn

breede geleerdheid

als

door

van karakter. Het oordeel nu van zulk een man

Theologie en haar methode kon uiteraard geen richting

de

vertegenwoordigen en heeft dus slechts voorbijgaand belang.

Methode pour étudier anoniem in

,

en

is

eerst

het Latijn, op

hij

in

zijn

,

Zijn

Paris 1 7 1 6 verscheen dan ook la Theologie door den protestantschen godgeleerde Christell ,

,

Du Pin's naam,

gici recte instituendi geeft

Du zijn

Aug. Vind.

uitgegeven (Methodus studii theolo1722). Zijn theologisch standpunt

eerste kapittel in dier voege aan

,

dat er

is

een

theologia naturalis, die uit de gegevens der natuur wordt geput, en

daarna een theologia revelata,

in

de H. Schrift en in de Traditie;

maar zóó dat de vraag of deze revelatio geloof verdient door de ratio moet worden uitgemaakt. Hij zegt toch „ Avant de se rendre :

a

cette

autorité,

que cette autorité

il

est

ne'cessaire,

que

est infaillible et qu'elle

la

raison soit persuadée

juge

qu'il est

constant,

Dogmes ou les maximes sont appuyées sur cette autorité" Den gang van het theologisch onderzoek bakent hij diensvolgens aldus af: i. met het redelicht vaststellen, dat er een God que (p.

les

2).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen