Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 88

;

Afd.

8o

Hfst.

2.

Hugo van

§ 48.

Van Hrabanus

St.

Victor.

ligt

Hugo VAN

en veel

ander

Kerk begon

St.

ST

VICTOR.

.

VlCTOR

(f

van twee eeuwen gescheiden

verloop

door een geheel

HUGO VAN

§ 48.

III.

,

h

Febr. 1141)

toen reeds een

rijker

theologisch leven in de Westersche

De

wereldsche wetenschap staat nu niet

te ontluiken.

langer met zekere pretentie van zelfstandigheid naast de kerkelijke,

maar

is

geheel in het kerkelijk kader ingelijfd; en welk een eerbied

ook Hugo Christen

Ouden

nog voor de

reeds

vooral uitkomend, dat

in

,

maar de mystiek

wordt

dat

die

Gods

bij

iets

verhouding tot den

kennisse tot

zelf

is

zich als

hij

hem

meer een

niet

daarin

in het

kader

scientia, die

de sfeer van het wereldsche vindt, en daar-

naast een gevoelsleven

vaste

toch voelt

eigen paden te kiezen,

de mystieke kennisse Gods

hij

onzer kennisse opnam. Het

haar eigen terrein

bezielt,

om

genoeg,

sterk

als

heel anders en veel hoogers najaagt

middel

arbeid

om

kennisse te erlangen in

van het

Op om maar

intellect gebracht.

doelt hier alle bezigheid van onzen geest

,

kennisse in volstrekten zin te geraken, moet telkens een

De

hooger liggend plateau beklommen.

bezigheid van onzen geest

begint met op het terrein der cogitatio te arbeiden. Hierdoor dringt

onze geest

in

op het hooger in zichzelf

eerst

en

het schema der dingen. Aldus gewapend klimt terrein der meditatio zijn

dat den mensch doet inkeeren

kennis subjectief in zijn wezen laat indringen.

na aldus geoefend

te zijn, bereikt hij

plateau, dat der contemplatio

God zelf kan

,

richten.

Reeds

,

hij

En

eindelijk het hoogste

waaruit zijn geest zich rechtstreeks op

hierin ligt niet alleen een methodologische,

maar evenzeer een encyclopaedische gedachte in zooverre aan ons weten nog een ander fundament wordt ondergeschoven, dan de waarneming en de daarop gebouwde logische deductie. Dit bepaalt ,

tevens de verhouding waarin

Immers de voorwerp tuurlijk

slechts

fides

wordt

niet uit

de fides tegenover de ratio plaatste. de ratio geboren, maar grijpt haar

door een eigen kracht der

voorwerp berekend

om

hij

is.

ziel,

En wat

achter de fides aan te

die

op haar bovenna-

de ratio heeft te doen

komen, en

té zien in

is

hoeverre

het voorwerp des geloofs in zijn noodzakelijkheid en innerlijken samenhang begrijpen kan. Dit nu kan daarom slechts ten deele

zij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen