Uit het Woord - pagina 26
Stichtelijke bijbelstudiën. Tweede bundel.
22 juist
voor
dit
zoeken afgezonderd.
geestelijk
Is het
wonder, dat de
oogst des levens rijper, rijker, voller wordt? Ook de onverbiddelijke drang der noodzakelijkheid schijnt het ambt ten zegen te zijn. V^'ie vindt anders niet geheele perioden in zijn leven, dat er aan studie van het heilige Gods ternauwernood werd gedacht? ^laar bij het ambt is dit afgesneden! Sabbath loopt sabbath
met de ijle der wegvloeiende weke. En ook tusschen sabbath en sabbath moet er gesproken, gebeden, geleeraard, getroost. Niet of de lust wenkt, is de vraag. Het hoogere moeten van het ambt komt de zwakke neiging der ziel ter hulpe. Telkens baadt men zich in den vollen stroom des levens en der genade, waar men zonder het ambt geen voetzool zou hebben nato-emaakt. Yooral vergete men niet, dat de prikkels zooveel sterker zijn, die De meeste aangrijpende tot krachtige opleving des geestes aanzetten. voorvallen des levens kruisen het ambt op zijn weg. Geboorte en sterven, binding en ontbinding van huwelijk, ziekte en herstelling, benauwdheid en uitredding, val in zonde en weeropbeuring, ze vragen alle beurtelings dat het ambt ze geleide door dal en over heuvel; een vertrouwen, als nauwelijks vermoed wordt, lokt het ambt in de men hoort in het teederste, heiligste trillingen van het menschenhart ambt tonen uit 's menschen ziel, die geen tweemaal in een menschenmen wordt vertrouwd met genadeleidingen leven te beluisteren zijn onzes grooten Gods en Zaligmakers, die dag aan dag zijn werkende, arbeidende, wederbarende en leidende kracht als zichtbaar voor oogen teekenen, en al zou soms de drang tot eigen gebed aflaten, dan nog zou het geroep „bid voor mij!" den priester Gods tot voorbede nopen. Die nog niet zelf bidden kunnen, zijn zoovelen. Er is dus veel van het ambt te zeggen. Het kan in een diepte van het heilgeheim leiden, die buiten het ambt niet gekend wordt. De apostelen en kerkvaders en godzaligen uit den Hervormingsdag zijn van dien hoogeren zegen de onsterfelijke getuigen. Het ambt, mits met genade doorschenen, verfijnt het geloof, ontplooit het verborgen leven en verhoogt de kracht van den geest. na
;
:
Toch
verlieze
men daarom
de schaduwzijde niet uit het oog. Niets en huichel-
zoozeer als het ambt dreigt onwaar, oneerlijk, onoprecht achtig te maken. Dat telkens moeten bidden, spreken, voorgaan, doopen, zeer zeker! het kan bij den wedergeborene de rijping des levens verhaasten, maar kan het ook niet verstikkend en werken, zoo het tot die volle, krachtige, onvoorwaardelijke
zegenen, o, innerlijken
verdoovend en besliste
doorbreking des levens nog niet kwam? Het ware wel af te bidden, dat niemand in het ambt ging, dan na persoonlijk door onzen Heere en Koning gegrepen te zijn. Maar de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's