Het Ministerie-Kuyper - pagina 14

PRO bladzijde

der

3

Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer

op Hoofdstuk I der staatsbegrooting voor 1905 een plaats vonden. Tot deze rubriek behoort ook de Tarief-wet. Zeer zeker be-

maar

school, als

zich

passer" tot de gronddogma's der oud-liberale evenzeer staat vast, dat onder de liberalen velen

„laisser

het

hoort

zal

in

deden kennen. Daarnaast verband aan te wijzen beginselen en tarief-verhooging, gelijk dan

van

voorstanders

wel niemand

het

tarief

staat zijn principieel

tusschen de christelijke

ook tal van belijders dier beginselen warme vrijhandelaars zijn. Als dogma heeft de vereering van den vrijhandel haar tijd gehad, i) eens, het is een quaestie van opporik ben dat met Mr. Hovy Daargelaten nu de algemeene wet van '22, tuniteit geworden. daargelaten ook de feitelijke beperking voor den vrijhandel, door de na 1875 bijna overal ingevoerde hooge rechten, is onze tariefwet van '62, zooals die later gewijzigd is, naar de heer VAN DUSSEL-

DORP aantoonde, eerder zwak beschermend dan zuiver fiscaal te noemen. De fiscale wet van 1895 van den heer Sprenger VAN tegen de ontduiking van het geldend tarief was een feitelijke wilde ze dat niet zijn, ze had moeten verhooging van rechten vergezeld zijn gegaan van de verlaging van het heffings-percentage. heer PlERSON wist onder het vorig kabinet geen ander middel

Eyk

;

De

om

aan

geld te

christelijk

maakt.

tarief-verhooging.

Afgezien van de

van het ontwerp-HARTE, kan dit kabinet kabinet in dezen moeilijk een verwijt worden ge-

verdiensten

innerlijke als

komen dan

De

scheidingslijn

tusschen

vrijhandel en protectie loopt

gansch anders als die tusschen de tegenwoordige regeeringsmeerderheid en de minderheid. kabinet Eindelijk en vooral komt in aanmerking de taak, die het zich

stelde krachtens

het beginsel,

waarmede het

optrad.

Moest

door de bestuursdaden getracht de persoonlijke achteruitzetting rechtvan het belijdend volksdeel te doen plaats maken voor een matige en

het christelijk

bare

benoemingen, hier ging het er om, beginsel wederom zijn billijken invloed op de opendoen herwinnen. Zoo werd vooreerst aan de orde

billijke

zaak te

maatstaf

bij

ontwerp gesteld beteugeling van de speelzucht: daartoe diende het -wet, Loterij ontwerp het opheffing van de Staatsloterij en tot

ontwerpen, die de van de overzijde gewekte vrees ten eenenmale

1)

Hovv, de Tariefwet.

Amsterdam,

10

1904.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen