GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 23

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DES MENSCHEN RAADSLAG.

men

Gelijk

weet,

de

heeft

het verstand en den

wil.

Nu

ziel is

19

vermogens,

twee

de vraag

:

n,l.

staan die ver-

op zich zelf, zijn ze geheel vrij, werken ze van elkander, dan wel, staan ze in een bepaalde betrekking tot elkaar, oefenen ze een wederkeerigen invloed op elkander ? En zoo dit laatste het geval is, welke

mogens

elk

onafhankelijk

is

dan die invloed en betrekking? Daar zijn velen, die eene autonomie van den wil voor-

de wil een geheel „vrij verwerkingen, onathankelijk mogen" van eenige andere macht, welke ook. Zij worden doorgaans met den naam Voluntaristen aangeduid. Doch de Gereformeerden zijn hiermede nimmer medegegaan. Misschien mag er een enkele wezen die op dit punt niet „zuiver in de leer" was van Amesius b. v. is het bekend, staan,

w.

d.

is,

z.

zij

leeren, dat

zelfstandig in al zijne

;

dat

hij

daan.

in

De

deze zaak een afwijkend gevoelen was toegeCalvinisten

het primaat van het

vanouds in de zielkunde hetwelk beduidt, dat God de

leerden

intellect,

geschapen had, dat het verstand eerst werkte, in de actie, inwerkte op den wil. En dat het dan zoo toeging, dat de wil deed en uitvoerde wat door het verstand was gedacht, beraadslaagd en besloten. Dus de wil volgde in zijne werkingen het oordeel en het besluit ziel

alzoo

vooropging

van het verstand. Deze onderscheiding tusschen verstand en wil, en vooropplaatsing van het eerste raakt juist het verschil tusschen mensch en dier. Bij het dier hebben we te doen met een wezen dat zeer zeker een wilsleven, zelfs een zeer sterk ontwikkeld wilsleven heeft, maar het heeft geen rede, geen verstand. Men spreekt daarom te recht van het „redeloos gedierte". En dat eigenaardige nu, hetwelk we in de dierenwereld aanschouwen, een openbaring van het wilsleven zonder leiding en invloed van een eigen verstand, pleegt men instinct te noemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's