Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 991
college-dictaat van een der studenten
Caput zoodat Hij hier
mee wezen 2e
om
De Mediatoris
Officiis.
zijn
koningsciiap tot
zijn
§
De manere
9.
geboorte terugleidt.
175
regio.
verband daar-
In
ze
op het te
V.
Matt. 2
in
feit
2 medegedeeld, dat magi
:
dat
;
Oosten kwamen
het
uit
onderzoeken naar den geboren koning der Joden
Hem
zij
wierook,
goud en myrrhe brachten en dat die hulde Hem niet gold als Gods Zoon, maar als koning. Een moment, waarop in de kerstprediking niet genoeg gelet wordt. Ze kwamen niet om Christus als hun verlosser te aanbidden, maar
om Hem 3e
koning
als
op Matt.
1
hem aankondigde heeft, is
de engel, die de geboorte des Heeren aankondigde,
als een, die zijn volk verlossen
Vandaar dat ook reeds
Koning.
kind
het
te eeren.
21, dat
:
optreedt
in
—
zou
en wie een eigen volk
de Messiaansche proietiejes. 9:
dragende den naam „koning, en de heerschappij
als
5,
is
6
op
zijne schouders."
4e
wezen
Hem
voor 5e
Hem
als
sterven
4, 5,
toen de Galileërs
Matth.
cf.
te
bij
Jezus' intocht
zingen en palmtakken
— Christus hen niet bestrafte, maar die hulde aannam.
neer te werpen
zijn
:
koning eerden, door het Hosanna
de Heere niet alleen na
dat
vóór
er op, dat blijkens Matth. 21
zij
Jerusalem
in
opstanding
zijn
11
27 verklaard
:
Matth. 28
in
:
29 maar ook
Hem
de Vader
heeft, dat
alle
dingen overgegeven had.
Waar
uit
deze gegevens
al
dat het koningschap van Christus niet
blijkt,
pas na Zijn hemelvaart begon, maar reeds aanwezig was, tijdens deling
op aarde, daar
blijkt
andere
uit
teruggaat tot vóór de incarnatie. Ie
22
Matth.
43, 44, 45,
:
dat
plaatsen,
dit
zijn
koningschap nog
Zie hiervoor
waar de Heere Jezus
een twistgesprek met de
in
Phariseën er op wijst dat David den Messias reeds heeft geëerd als
boven hem
die
stond,
waaruit
omwan-
blijkt,
dat
Christus
in
zijn
Heer,
Davids dagen reeds
koning was. 2e Joh.
toen
niet
17
:
5 en 24, de
pas
^o'^ol,
van de grondlegging der wereld de
goddelijke
inhaerent.
5~c^'a
;
die Christus na den hemelvaart verkreeg,
maar was eene
ontstaan,
die
kan
Alle gegeven Jó^'z
die potentieel reeds door
verkregen was.
af
nooit is
^'ó^'x,
Hier
gegeven worden
toont, dat zijn
moet hij
hier
dit
priesterschap
nog
bij
gevoegd,
koningschap
is
dus
die
is
niet
sprake van
Gods wezen
in
eene, die voortvloeit uit-de op Christus gelegde
koningsmajesteit, waarvan hier dus sprake zijn moet Eindelijk
;
was
Hem
dat,
(cf.
vs.
24
>>
e constitutione Mediatoris bezat.
intrad, terstond
OwKau-
ixsi).
wat ons van Melchizedek geleerd wordt,
na den
val, blijkt dit
ook van
Immers waar zijn
koning-
schap, dat met het priesterschap onafscheidelijk verbonden was.
Nu vóór
spreekt het intusschen vanzelf, dat dit niet zoo zijne
mag
opgevat, alsof Christus
incarnatie in den hemel hetzelfde had als na zijn hemelvaart.
De
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 991](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's