Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 208
college-dictaat van een der studenten
208
Locus DE Providentia. op
bijgeloof inzien, er prijs
der
priesters
in
onbegrepene hunnen verderfelijken
stellen al het
en
korten
te
te verklaren, het
gebied
invloed
te beperken. Vandaar, dat de ongeloovigen erop bedacht zijn, ons de onverklaarde dingen door onderzoek te verklaren, maar ook, dat ze hypothesen opstellen, waardoor de dingen zouden kunnen verklaard worden, om den indruk te vestigen,
dat
er
onverklaarbaars
niets
klaarbare
op
hing, teert dit
wetenschap
en waar het geloof aan het onverondergaande krachten, en gaat eens door de
overblijft
zijn
;
te niet.
Beide
deze richtingen, de geloovige en de ongeloovige, hebben een grondHet doolpad van de geloovige richting is niet de minste oorzaak,
fout.
waardoor de ongeloovige op dat irreligieuse pad is gedreven. Voor onszelf voor ons optreden in de gemeenten moeten we ons ervan bewust zijn, dat, als we de neiging der gemeente voeden, om uitsluitend in het buitengemeene de grondstof van het geloof te zoeken, we juist de ongeloofsrichting en
steunen.
zwang
men
waar
Juist
die
kennis aanbrengt.
Toch
zal
geloof
onder
te
ons
geheel
ten
gewone, dan
Nu
heeft
die
eiken
nooit
om
gelukken,
we
zouden
neiging
die
van het
het zondige van
uit
dat exceptioneele niet zoo noodig hebben.
de vroomheid van de vroomsten
dag
beweldadigd,
van
betuiging
God
elke bete
bij
gedankt
hebben,
gemoed, de persoon
het
het
brengen, wijl ze voortkomt
in
men meerdere
Waren we meer vroom, meer levend met God, meer Hem ziende
hart.
het
in
mystieke geloofsbeschouwing
uitsluitend
bracht, ziet men, dat ze in brutaal ongeloof omslaat, zoo
zoo
zijn
afhankelijke
in
gevoel
van
zelfs
zoo weinig
luttel
beduiden.
te
Zij
wezens ervoor gebeden,
als afhankelijke
Het
aantal.
in
gebedstemming
is,
niet
en,
de vraag, of
is
op de bloote
En dan we nog maar van dat ééne oogenblik, dat men spijze neemt. Maar we worden den ganschen dag door God gedragen. Zij die gevoelen, dat God spraken
het
het
worden o zoo weinig gevonden. gansche leven door 't
buitengewone
God"
Door zonder ophouden ook
in
het
Deze quaestie noodig lang tot
om
is,
werk dat
is
tot
En
oogenblik
te
te
om
de valsche voorstelling „Alleen
te bidden,
door
zoeken, komt
zoo diep
in
God
men
danken
te
het leven
in,
standpunt
voor den te
leeraar,
brengen.
om
in
om Gods
ertoe,
niet slechts te
zoeken
alles,
door steeds
tegenwoordigheid
in het
buitengewone.
dat er een arbeid van jaren
met zielstudie voor zichzelf daartoe het
Gods hand ontvangen,
bekampen.
gewone en Hem
grijpt
uit
toch, in die continueele vroomheid, ons
een middel gegeven,
is
is
de gemeenschap Gods te zien
:
gehoor, de denkkracht, het gevoel schenkt, dat
zoo heel het leven van oogenblik
in
het aan.
nu
hun steeds het gezicht, zij
komt
afhankelijkheid
geraken, en een jaren-
te
althans de
vromen
De Gereformeerden,
die
zijner
dit
gemeente
laatste
altijd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 208](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's