Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 28
college-dictaat van een der studenten
;
§
De te
geen
Gods
voorzienigheid
Creatio aan en
ping
cum Creatione
Relatio, quae Providentiae
2.
zich eenerzijds ten nauwste aan de
nochtans anderzijds scherp van het werk der Schep-
is
De eens geschapen Kosmos ontving in de schepping
onderscheiden.
bestaan
zelfstandig
sluit
op
de
manier,
waarop
menschelijken werkmeester, zoodra het voltooid
is,
van den werkmeester eigen bestand bezit ook
maar zou op
intercedit.
werk van den
het
buiten en afgescheiden
al
verdwijnt de opifex
hetzelfde oogenblik in het niet terugzinken, indien dezelfde
Kosmos schiep, ophield te willen, dat hij dien Kosmos bleef dragen. Er is hier niet
Almachtigheid, die den
voort-
bestond en niet
alleen
zelf
een bewaren van de schepping tegen vernieling maar een positief van oogenblik
oogenblik
tot
in
den Kosmos alzoo
te
worden,
en door de Schepping begon
in
Decretum,
zoo zet
in zijn
de Creatio
en gelijk Hij in
aan hetzelfde Decretum voort Providentia
God
poneeren, zoo gaat Hij
geheel hetzelfde te doen
komstig Zijn
elementen, krachten en werkingen
zijn
al
dragen van den Kosmos. Gelijk
Hij ditzelfde
alsof het in
werk Gods
in
dit
deed overeen-
in
gebondenheid
Providentia. In zoover
in Zijn
een Creatio continuata. Dit echter
het werk Gods
werk
Providentia voort
het
mag
niet
tweede oogenblik
is
derhalve de
zoo opgevat los
het daaraan voorafgaande oogenblik. Er
ware van is
niet
een
atomistische opeenvolging van afzonderlijke scheppingsdaden maar een organisch zich binden in het werk der Providentia aan hetgeen in het werk der Creatio tot stand kwam. „Schepping" is teweegbrengen, dat de
Kosmos
Kosmos niet
Decretum en
ontsta
;
sluit
„Providentia"
is
bewerken, dat de geschapen
De schepping
heeft niets achter zich dan het
zich alleen aan dat
Decretum aan. De Providentia
te niet ga.
daarentegen heeft behalve het Decretum ook het resultaat der schepping achter zich en
sluit zich
dus aan, aan het Decretum en aan het De aansluiting van de Creatio aan
reëele product der schepping beide.
het
Decretum
lijke.
is
De Kosmos
een onmiddellijke is
niet
;
die
van de Providentia een middel-
een telkens geschapen en telkens weer ver-
dwijnende en telkens weer nieuwgeschapen verschijning maar bezit continuïteit en deze continuïteit dankt de Kosmos aan den band, waardoor de Providentia aan de Creatio gebonden
is.
In
de Creatio
is
de overgang
uit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's