Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 52
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Deo (Pars Prima).
34
Wezen met In
Wat
van
er
digheid
quae data
is,
mist,
Er moet
niets openbaren.
zeggen
eigenlijk
maakt openbaring
zelfstandigs
de
Urselbstandigkeit,
uit
:
Als
afsluiting.
God
ipso, dat
een eigen huis heb, dan
ik
een
komen, wat
weten er
is
zijn
iets heeft
Want
er in mijn huis
Welnu, God
leven, dat dientengevolge
van
iets
eigens
om
te
zulk
is
een
ook alleen door
en
dat afgesloten, een mysterie dus,
is
ik het
Vallen de muren van
is.
openbaren
alle zelfstandigheid eischt
geene openbaring meer, maar heeft mijn huis ook
ingeboet.
digheid"
een iemand een
iets of
en kan mijn buurman alleen door indringing of doordat
dan
zelfstan-
En daar nu God de Heere de „Wezen van alle ding, dat wezen
het
zelfstandigheid,
zoo volgt daaruit eo
is,
Wat
iets.
mogelijk.
Hij alleen door openbaring kan gekend worden.
te
ipso.
iets iets zijn, zal dat iets iets
in
een iemand naar buiten laten treden. Alleen dus het
heeft",
Hij wil.
als
a Deo
dan het begrip van zelfstandigheid.
eigen, zelfstandig bestaan heeft, openbaart
kan
Openbaren wil
openbaren. iets of
est
begrip der revelatio.
ligt het
niets anders
revelatio
in
ligt
wat een
Alles,
cognitio mogelijk
hieronder te verstaan ?
is
Eigenlijk
en
zelfbesef, dat zich ontsluit als Hij wil en zich toesluit
Hem alleen die cognitio data
Weshalve
gesloten
zichzelf
te
hem openbaar mijn huis weg, zijne „zelfstan-
Wezen, met een eigen openbaren,
d.
i.
door
cognitio data, kan gekend worden.
Zal a.
openbaring mogelijk wezen, dan
er
wie zich openbaart aliquid
cum
certa relatio
ceteris praevalens est.
De grond
a.
der openbaring
Dat
onderscheiding van anderen. kracht,
aliis
ligt
in
nl.
dat
het „aliquid esse" van wie zich open-
Die moet een zelfstandig bestaan, een eigen wezen hebben,
baart.
b.
dingen noodig,
ceteris intercedit
b. c.
ei
zijn er drie
est
is
om
zoo
te
iets zijn in
zeggen de middelpuntvliedende
waardoor het wezen zijne „ikheid" zoekt te houden. daarbij komt ook de middelpuntzoekende kracht, debet esse cum
Maar
anders
coniunctus,
is
er
niemand, aan wien dat wezen zich zou kunnen
openbaren. c.
Evenwel kan
Daarom moet valens
est.
aan het
om
lagere.
In
a
als
derde
-^-
b de cognitio nog zoowel sumpta als data wezen.
moment
bij,
dat wie zich openbaart ceteris prae-
te
Alleen als het praevalens
onthouden.
is,
heeft het
wezen ook de macht
Een eenvoudig, practisch voorbeeld moge dit toezijn er menschen van hooger en
de maatschappelijke samenleving
van lager rang.
menschen
bij
Het hoogere wezen, kennis nemend van het lagere, openbaart zich
de kennis
lichten.
er
uit
Komt nu een ouderling
of diaken of vooral een predikant bij
de lagere standen, dan kan
hij
die makkelijk uithooren en ver-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's