Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 68

;

Locus DE Providentia.

68

UI : 21 slot

Phil.

Ef. II Tr,g

xuroZt v.c

^ovó.jue(j)c

ta-yuog

kon

We

cf.lro'j-

tot

tcryCc rtnr het

KpÓLTsc

—

=

de zvépyax

moeten

spronkelijke

iyi/cyetx 'm

:

y.xl

rzzc Tria-TiiiCVTXc y.xtx t);j

"^,a«c:

de andere voorstelling leiden)

de

xlrov Kxci/Trcrx^xt xI/t'^txttxvtx.

tc~j SCux<tB-xc

begrip van

rijke

zien dus, dat de v/zpyux niet

de

We

y.xr% t}v Iv^pytix-j

:

19 datzelfde

:

vermogen

God

in

om

;

neen

is

ri to i>Tip/3x'A/.:v fziyeSr:^ ro'j y,p!xTZ'jc

'vjipyiix'j

t1 c

de kracht als resultaat (dit

:

;

vermogen te laten uitgaan het inwerken van dat vermogen in het schepsel. macht

Zijn

dat

theologen daarover niet heenlezen, en de Schrift

als

bestudeeren.

taal

Dit geeft inzicht in

in

de oor-

Gods Woord en we kun-

nen de Gemeente daarmee verrijken, die slechts de vertalingen gebruiken kan. Die

drukt juist

Ivipyetx

poneerd maar dat God werkt

is

la-x^g

Gods

in

de Schepping gede-

voortdurend met Zijn mogendheid

in

het schepsel

God

in

dat schepsel

van

hetgeen

zoodat

;

dat er niet

uit,

zelf

dat

schepsel

uitgaat door

gewerkt wordt.

Waar we

hépytt, Hij

TTiui,

niri;,

/es.

26

:

:

De Meere

doet al deze dingen moet

men

dit niet

dat Zijn bestuur er over gaat

opvatten,

zin

neen

;

de eigenlijke Werker.

is

We hebben er wel op te letten, dat er rw ii/S-^wxw:/. Maar er staat, dat, hetgeen

^:h rhvïi i:try;p_-^3-Dr_ ^3.

van de menschen, rx

gedaan

zaken zijn

12

:

zijn D''try'3

wij

Jesaja lezen

in

gewonen, matten

den

in

God

hebben.

uitgericht",

dit

'ipyx

het in ons gedaan heeft. „Gij hebt ons

komt dus

de overzetting

in

Dn3"i, hier zijn het vlerken "'tï'y^, die wij

doen, niet uitwerken.

Dus

Spreuken 16 33. Het :

:

lot

„al

gedaan hebben

wat wij gedaan hebben hebt

wordt

in

ook

niet tot zijn recht ;

bv^

is

onze

al ;

zaken

feitelijk

gedaan."

Gij

den schoot geworpen, het beleid

is

van den

De Goddelijke alomtegenwoordigheid is in dien strijd de dobbelsteen wordt niet door een stoot van God gestunrd maar Zijn Influxus, Potentia is in alea en daardoor komt zij zóó te liggen als God wil. De idéé van den influxus leert ons dus God kennen, die de werking doet. God met Zijn alomtegenwoordige kracht drijft in den boom de bladeren uit, de boom zelf doet dat niet het paard trekt niet, ook niet in dat paard gedeponeerde kracht maar God trekt in het paard door Zijn alomtegenwoordige kracht den wagen zoo wordt ook de trein door de 'ivipyux Gods in beweMeere.

:

;

;

ging gebracht, enz.

Dat

begrip

van

den

niet als bijzaak slechts.

het

op

den

voorgrond

Influxus

De

komt dus

theologen

schuiven

uit

van

bij

de sustentatio

als

een element,

de Voetsiaanschc school hebben door

den Influxus eerst den wortel van de

Geref. opvatting der Provid. gegrepen. Alle ongcref. opvattingen

komen

daaruit

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen