Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 798

LOCUS DE CONSUMMATIONE SaECULI.

322

èn „wij zullen eeuwiglijk op de aarde leven".

Want de

Gods

troon

leven in den hemel elkaar vloeien

Het

Matth. ;

Dit

5:5;

Petr. 3

:

twee

niet langer

kosmisch karakter dragen. Dat en 3

op de aarde.

Het onderscheid tusschen het

en het leven op aarde valt weg, omdat beide

gelukzaligheid

der

leven

daalt neder

God

maken

zij

;

bij

Hebr.

13;

derhalve

zal

blijkt

uit,

ook

maar

zijn één.

geen

spiritualistisch,

maar een

uit

2:5;

Apoc. 21

en wordt eveneens bevestigd door Matth. 26

:

1,

:

11;

3,

Apoc. 22

:

1

29 en dergelijke uitspraken.

ook geheel met de profetie van het Oude Verbond, dat

strookt

in

leert,

dat de menschelijke verhoudingen en de kosmische existentie wel geïdealiseerd,

maar

niet

Denk

b.

worden,

vernietigd

nieuwe Jeruzalem

wat het plantenrijk

v.

(Openb. 22 Jesaja

2)

:

Zullen

maand gevende

tot

;

als

o.

„En de wolf

a.

den geitebok nederliggen enz."

bij

dan

in

zierung, waarin

blijven

voortbestaan.

des levens, voortbrenzijne vrucht enz."

en wat het dierenrijk aangaat aan de bekende profetieën van

en Jeremia,

luipaard

boom

aan „de

betreft

de beschrijving van het

uit

elementen

de

blijkt,

maand

gende twaalf vruchten, van

evenals

zoodat,

Openb. 21

in

dat

bij

rijk

ook dieren

met het lam verkeeren, en de

zal

(Jes.

zijn ? Ja,

12

:

6 en

7).

mits dan gedacht in de poten-

de beschrijving van het nieuwe Jeruzalem het delfstoffenrijk

wordt gegeven, waar in plaats van met baksteen de fondamenten en poorten zijn gebouwd van Jaspis, Saffier, Chalcedon, Smaragd en allerlei ander kostelijk

gesteente en paarlen.

Wanneer men

zich een afstand denkt tusschen de materie van deze aarde

en die der nieuwe, even groot diamant, dan verkrijgt men

als die

tusschen

begrip van

eenig

gewone baksteen en

saffier of

de oneindige permutatie, van

nieuwe schepping. Denkt men zich datzelfde proces overgebracht op de plantenwereld, dan

die Jó&a der

komt men

de

tot

den grond en

in

voorstelling,

dat

er

eene heerlijkheid zal

zijn,

die wel

in

den wortel samenhangt met de tegenwoordige wereld, maar

oneindig gepotenzirt.

Zoo ook wat

De

in

dermen)

leert

slachten

kennen.

tegenwoordige verschil, dit

ons

nu

zoogenaamde anti-diluviaansche dierenwereld (pagi-

reeds een onbegrijpelijken overgang van de dierenge-

Wanneer men

dieren,

dan

verschil

die

ontzettende dieren vergelijkt met onze

vertoonen ze wel één type, maar met een groot

een enormen afstand

in fijnheid

van bewerktuiging enz.

Denk u nu

nog eens zoo groot, dan kunnen we het verstaan, dat de het leven riep, wel blijft, maar verbazend wordt verheerlijkt.

God in Ook wijzen

die

het dierenrijk betreft.

palaeologie van de

we,

behalve

op

de genoemde plaatsen

in

type,

Jesaja en Jeremia,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen