Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 178

;

Locus DE Providentia.

178

schenhart die

is

den

in

oog gezien, geen oor gehoord heeft, en die in geen menopgeklommen, d. w. z. die uitgaat boven alle aspiraties, zooals mensch oorspronkelijk lagen. De aspiraties van den herschapen

die geen

zaligheid,

mensch gaan ver daarboven uit. Zoo vinden we ook in Hebr. alleen ƒ

11

40, daar het

:

ré/.cü

van de heerlijkheid

den weg der herschepping bereikt wordt.

in

Petri

1

8—12

:

voor deze quaestie locus classicus, omdat

is

samenhebben.

elementen

TlapixKD^o<.i

is

:

nieuwsgierig

naar

we

hier alle

staan kijken.

iets

engelen hebben wel kennis van de schepping, proefondervindelijke kennis

De

de

van

Maar

heerlijkheid.

hier

sprake van een heerlijkheid, waarvan ze

is

geen idee hebben, die dus boven de schepping uitgaat.

Ook de

konden volgens hun menschelijk begrip, alhoewel ze den Geest van Christus hadden, geen kennis van die heerlijkheid krijgen. Zij zochten en vraagden er naar. Maar nu is die heerlijkheid geopenbaard door profeten

het heil in Christus.

Daarom kan toegevoegd, wat we toestand geprofeteerd, waarin de wet

maar

tafelen,

van

zijn

den

tot

want

des Heeren,

grootste,

Jeremia's

meer

zal

slot.

Daar wordt een

geschreven

zijn

op steenen

binnenste, in het hart, waarin geen verrijking meer zal

het

in

kennis

lezen niet

/

cf.

Cor.

God kennen van den

allen zullen

Er zal

13.

kleinste

een kennen van aangezicht

zijn

tot

aangezicht, uitgevoerd dus boven de kennis in het Paradijs.

We

zijn

bezig

aan

van

bespreking

de

de

vraag, inhoever ons de H. S.

gegevens verstrekt, die ons heenwijzen naar een bewegende oorzaak

opnemen der zonde

in

bestel

't

Gods.

tot het

Wij zagen, dat metterdaad de H.

S.

erop wijst, hoe de zonde aanleiding gaf tot verlossing, niet een herstellen van

den

toestand

voor

hoogeren toestand

de

zonde,

maar een opvoering van den mensch

tot

een

:

De wedergeborene klimt op tot hooger Potenz. De wedergeborene komt tot hoogere genieting.

ie.

2e.

Dit a parte hominis. In de tweede plaats wijst ons de H. S. erop, hoe a parte Dei de zonde aan-

gaf tot het verlossingswerk, en daarin Hooger zelfopenbaring Gods ligt, dan

leiding ƒ«.

2^.

Voor VS.

Aanleiding gegeven

is

het eerste verwijzen

14 de vleeschwording

band genomen. goddelijke

Er

essentie,

is

tot

we

naar Joh.

1

was aangegeven.

hier

buiten zonde zou

gekomen

hooger krachtsbetoon van Gods

geen

sprake

•

18.

zijn

zijde.

Dat wordt gezegd, nadat

in

Die twee verzen moeten

in

ver-

van den tweeden Persoon

in

Zijn

maar van den Middelaar, het vleeschgeworden Woord.

Daar wordt dus aangegeven, dat

juist

de vleeschwording

is

geweest het mid-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen