Zions roem en sterkte - pagina 218

;

;

ARTIKEL XXIX.

210

Joh. zij de zonde vlieden, en de gerechtigheid najagen, Een iegelijk die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want Rom. 6 2. Wij die de zonde gestorven hij is uit God geboren zijn, hoe zullen wij nog in de zonde leven ? als zij den waren God, en hun naaste lief hebben. Joh. b. Hieraan zullen zij allen bekennen dat gij Mijne disci35. 13 als

a.

3

1

4.

:

;

:

:

zijt, zoo gij liefde hebt onder elkander; als zij in de oefening van deze liefde volharden en standvastig blijven, niet afwijkende ter rechter- noch ter linker hand, Psalm 84 : 8. Zij gaan van kracht tot kracht, een iegelijk van

pelen c.

zal verschijnen voor God in Sion als zij voortgaan op den weg des 24. kruisigende met zijne werken. Gal. 5

hen

d.

:

levens, hun vleesch die van Christus

Maar

hebben het vleesch gekruist, met de bewegingen en begeerMaar het zij verre van mij, dat ik zoude 14. Cap. 6 roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus door welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld. Vraag. Wat heeft men omtrent deze kerkleden aan te merken ? Antw. 1. Dat men dezelve niet moet aanmerken, alsof er nog geen groote zwakheid in hen zij want de allerheiligsten zoolang zij in dit leven zijn, zijn menschen van gelijke bewegingen als en hebben maar een klein beginsel der gehoorwij, Jac. 5 17 12. Wij struikelen allen in vele Fil. 3 2. zaamheid, Jac. 3 Niet dat ik het aireede gekregen heb, of aireede volmaakt ben, maar ik jaag er naar of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben. 2. Dat zij, onaangezien de zwakheid die nog tegen hun wil in hen overig is, daartegen strijden door den Geest alle de dagen hun levens, a. Rom. 7 22, 23. Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mensch. Maar ik zie een andere wet in mijne leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt, onder de wet der zonde, die in mijne leden is en nemen gestadig hun toevlucht tot het bloed, den dood, b. het lijden en de gehoorzaamheid des Heeren Jezus, in welken zij vergeving hunner zonden hebben, door het geloof in Hem, Hebr. 19—22. Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, 10 om in te gaan in het heiligdom, door het bloed van Jezus op een verschen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, door Zijn vleesch. En dewijl wij hebben een grooten Priester over het huis Gods, zoo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd hebbende van de kwade conscientie, en het lichaam gewasschen zijnde met rein water. zijn,

lijkheden

.

•

:

;

.

;

:

;

:

;

:

:

:

Vraag. Met wie hebben wij geschil over de kenmerken der Kerk? Antw. Voornamelijk met de Papisten, die deze kenmerken vermenigvuldigen tot vijftien in getal. Vraag.

Welke

zijn

deze ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen