Van strak gespannen snaren - pagina 126
102
Gaan we den inhoud van *t boek Job maar even na. Satan verschijnt in de vergadering der kinderen Gods. Verwonderen we ons daarover niet. Hij komt ook in de samenkomvan Gods volk, waar de gemeente met den Heere vergadert. De Heere Zelf prijst Jobs godsvrucht, Satan dingt daarop Ook daarover behoeven we ons niet te verbazen. Satan af. sten
de verklager der broederen, de kritische geest, de geest, die graag zaken doet, en daarom den ander den voet licht. Zoo doet Satan tegenover Job. Hij stelt Job voor als iemand, die
is
slechts
uit
loonzucht
God
dient.
Natuurlijk.
Satan kent niet
de zaligheid van Azaf, die te midden der zwaarste beproevingen lust „Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens zingt mij ook niets op de aarde !" Er moet dus wat achter zitten, wanneer Job zoo getrouw God dient, en dat is de zucht naar loon. Hiermede beleedigt Satan Job. Bovenal tast Satan echter Gods eere aan. Satan bedoelt te zeggen „Gij, o God, zijt
U
:
:
niet
zoo vol van majesteit en beminnelijkheid,
dat Gij
om
Uzelven zoudt worden gediend. Kon ik. Satan, maar één gulden meer geven dan Gij, o God, dan had ik Job en allen aan mijn snoer, 't Blinkende goud, dat is de ware majesteit en beminnelijkheid."
Nu Op
volgt de ontwikkeling van
't
ontzaglijkst drama.
één dag, van vee, van goed, van kinderen beroofd, zit de puinhoopen van zijn verwoest geluk. Valt hij van op Job God af? Neen! Hij spreekt de heerlijke woorden: „De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de Naam des
Heeren
zij
geloofd."
Satan heeft derhalve hij
in
zijn
Nogmaals komt Nogmaals randt hij
doel niet bereikt.
de vergadering der kinderen Gods.
Jobs eere en daarmede Gods eere aan. „Job is in zijn lichaam nog ongedeerd gebleven anders zou hij Gods Naam wel heb;
ben gevloekt", meent Satan. Nu geeft de Heere Job een wijle over aan Satan. Hij mag met hem doen, wat hij wil; alléén hij moet Jobs leven verschoonen. Nu wordt Job met een vreeselijke melaatschheid geslagen. Hij heeft nacht noch dag rust. Jobs huisvrouw, in plaats van hem te troosten, port hem aan, om nu maar een einde aan zijn leven te maken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 144 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 144 Pagina's