Starrentritsen - pagina 32
30 ontgaan,
laten
zoo
teneinde,
mogelijk, iets
van onzen aiouden Cal-
vinistischen invloed te herwinnen.
Onze
volle greep,
bereikbaar.
Maar
d.i.
Huismanskiesrecht, scheen voorshands oner in Tak's voorstel op leek, aantrok. toen tot breuke met de rz/e^„kleine luyden" 't
Vandaar dat hetgeen dit
juist
wat
heeft
gehoefd had, maar noodlottigerwijze ten slotte meer te mijden bleek. Het sterkst bleek dit in den hoogleeraar De Geer van Jutfaas, die in de jaren toen onze Voorzitter predikant te Utrecht was, er hem steeds op wees, hoe Groen van Prinsterer zijn kracht te loor had laten gaan, door de organisatie te verzuimen, en daarom zonder ophouden op meer organisatie en meer journalistiek aandrong. Toen desniettegenstaande ook deze zelfde hoogleeraar zich van ons scheidde, bleek maar al te duidelijk wat tot afscheiding dreef. En al wordt onzerzijds niet beweerd, dat niet ook het Centraal Comité fouten beging, te stuiten viel toch de gaping tusschen de twee groepen niet meer. Die gaping beeldde zich daarin af, dat de Voorzitter van het Centraal Comité het van die ure af als eeretitel koos, om „Christendemocraat" te zijn. geleid.
Iets
niet
niet
* * *
Meegevallen.
Toch zijn de gevolgen, die men van de droeve scheuring in den boezem van onze partij duchtte, meegevallen. Ook al vielen er bij het eerste schrijnen van de breuke soms min vriendelijke woorden, toch moet erkend, dat er beiderzijds van meet af een streven opkwam, om wat men niet meer in eenheid bereiken kon, dan toch bondgenootschappelijk na te streven.
De
immers wonnen al spoedig zekeren aanwaarin wij dusver nimmer toegang konden erlangen. Hun aantal wies, en nam gaandeweg toe, maar ze behoefden daarom geen roof onder onze mannen te plegen. De Antirevolutionaire Partij verloor wel een klein smaldeel in enkele hooge kringen, maar slonk hang
Vrij-Antirevolutionairen
in kringen,
in den breeden volkskring. Eer had 't al den schijn, onze propaganda onder die breederen klasse thans nog beter slaagde dan weleer. In 1901 won Rechts schitterend, en van achteren welgewikt en gewogen, is het zeer de vraag, of we deze eenige overwinning niet juist aan de scheuring te danken hadden. in
't
minst niet
alsof
Te meer uitkwam, neiging
al
roemen, daar niet alleen onzerzijds de toeleg den band aan te houden, maar ook in „de bootjens"de spoedig begon te gisten, om arm in arm saam op het eene viel hierin te
om
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's