Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 6
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
't
als
het
„Nachtschool" van
de
met
en
Bijbelboeken
druk met de echtheid van de
te
lijke
ontdekking
een
antiquaar
voor te
Zoo kwam
ik tot
Gratie
toen
in
ik
eigen-
weg, en het was metterdaad
1873,
met
wijlen Ds.
Gewin naar
Leiden getogen, daar heel een bibliotheek vond en aan-
Calvinisme nog
als
met graftaai mij toesprak.
de oude litteratuur, en vooral door Dibbets tot de erven
nalatenschap.
der geestelijke
Dit bewoog mij toen politiek
om
in
Gemeene
de
weer aan onzen zoo anders ge-
oude Calvinistische aan te passen. Daaraan dankte toen de Gereformeerde theovan het Neo-Calvinisme haar opkomen ; en weer als vanouds staat
worden logie
mij,
waaruit het oude
kocht,
De
kritische schifting van den heiligen tekst.
dogmatiek gleed onder de paperassen
een
Men had
zich afgeschoven, ja gestooten.
onder de naamhebbende theologen
de
tijd
thans deze Gereformeerde Theologie als een kracht in 't land, beide én in de Hervormde Kerk, die nog altoos tast naar hygiënisch herstel, én in de
Gereformeerde Kerken, die met haar braken.
Doch vanzelf kon en
Rome
't
Zooals Paulus het
hierbij niet blijven.
in
Corinthe
vond, en onze Calvinisten het in de 16^ eeuw voelden, Religie en
van elkander af te scheiden. Dit gold in Paulus' dagen, het was niet anders in de dagen der Calvinisten geweest, en even als toen, zoo deed 't zich ook nu voor: „Gij ziet uwe
Politiek
waren nu eenmaal
niet
roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen
zijt,
niet vele machtigen, niet vele
Prins Willem van Oranje klaagde het zoo diep uit zijn teleurgeedelen". steld hart, dat het Verbond der Edelen hem geen steun had geboden, terwijl schier enkel uit de „kleyne luyden"
En ook nu weer van
Prinsterer
liet
alleen
en de kloeke landman,
van Paulus'
toegevloeid.
al
wat hoog
in
naam
staan,
en
was
in
hoofdzaak de kleine burger
bij
die
het
en macht was. Groen
wie zijn oproeping nog gehoor vond. In de dagen
apostolaat was
meinsche wijsgeeren,
hem verwinnende kracht was
schier
het
de „wetenschap" der Grieksche en
de leiding der geesten
in
handen
hield,
Ro-
en die
verachtend, op wat de man van Tarsen schreef, neerzag. Leg tegenover deze minachting dier toenmalige „wetenschap" nu enkel den brief aan de Romeinen, een boekske, zoo ge het apart uitgaaf t, van nog niet
minachtend, ja
één vel druks, en vraag u af, of niet de levens- en wereldbeschouwing die Paulus hierin ten beste gaf, in diepte van opvatting en in bestraling met
hooger
licht,
alwat toen Rome's en Griekenland's intellectueelen oraschaduw stelt. Er was daarom niets vreemds in, dat een
kelden, geheel in de pittige in
kern
als
oudtijds in de eerste Christenen, en vóór nu drie eeuwen
de Calvinisten optrad, ook nu weer van zich hooren
liet,
en degelijk wist
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's