GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De wortel in de dorre aarde - pagina 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wortel in de dorre aarde - pagina 8

openingsrede ter deputatenvergadering van 2 November 1916

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alexander Comrie mee om den vrijheidsboom dansten; dat er voor den Prins van Oranje, dien men driest verjoeg, zelfs uit ons beste kringen nauwelijks een flauw geroep om wrake en dat men wel zich vroom in zijn vrome „Gezeloprees schappen" opsloot, maar dat voor een weer doen opleven van der vaderen politieke geestdrift toch welbezien alleen nog door Bilderdijk gevoeld werd. alles voor den geest der Revolutie uit Parijs. 't Zwichtte De Sans-culottes werden als bevrijders ingehaald, en, met verloochening van onze beste traditiën, heeft men toen 't Gemeenebest der Zeven Provinciën schier zonder lijkrede in het graf der vergetelheid bijgezet en eeniglijk roem gezocht ;

het stichten eener Bataafsche Republiek. Zoo diep dook ons schitterend verleden toen in de vergetelheid onder, dat zelfs Bilderdijk, die aan Oranje nog trouw bleef, toch niet naar het Calvinisme terug dorst grijpen, maar zijn lofzang veeleer op onze Middeleeuwsche glorie inzette. Wat Van Alphen in

met Feith nog tokkelden, of

Van

der Palm nog in sesquipedalia oreeren mocht, 't liep al steeds meer op verloochening van ons zoo roemrijk verleden uit. En als vlak daarop Napoleon niet welhaast zijn alles neerslaanden scepter ook over onze erve gezwaaid, onze zonen ter slachtbank gevoerd, en onze schatkist leeggeplunderd had, is het de vraag, of er ooit van terugkeer naar der vaderen God en van een weer op de knieën om genade smeeken, zou gehoord zijn. Zooals 't afvaUige geslacht te Jeruzalem onder de tucht van Sanherib en Nebucadnezar door moest, zoo waren ook wij in jammer na jammer verzonken. Eerst door een nameloos lijden is er toen voor 't minst weer een neiging tot bein veler hart opgekomen. In Da Costa schonk God ons welhaast een zanger, die de kunst verstond om 't vrome hart te ontroeren, en 't „Zij zullen ons niet hebben' straks als volkslied aan breeden kring voorzong. En toen niet lang meer, of ook de Staatslieden en de denkers deden zich hooren. In Groen van Prinsterer, in Elout van Soeterwoude en in Mackay zag men al spoedig een triumviraat van heilig bedoelen optreden. Groen onderging zeer spoedig de beziehng van Edmund Burke, later van Merle d'Aubigné, en op 't laatst niet minder van Friedrich Julius Stahl. Maar wat meer nog dan dit geklank uit den vreemde hem als in nieuwgeboren gestalte omzette, was de omvattende studie, die in

rouw

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916

Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's

De wortel in de dorre aarde - pagina 8

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916

Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's