Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 113

BLUNTSCHLI.

§

105

Bluntschli.

4.

Meer nog dan Rudolf

Gneist,

staatsrecht verloor, heeft Johannes

Zürich en

hoogleer

te

beelden

ingang

te

doen vinden, met name door

we

vooral nadruk op, dat ben.

dreef

Hij

in

zeer

dit

zeer in het Engelsche

te

München, op het vaste land

waarvan reeds de 6e

lehre,

zich

die

Caspar Bluntschli, achtereenvolgens

zijn

soortgelijke denk-

Allgemeine StaatsBluntschli legde er

editie het licht zag.

den Staat een rechtspersoon

te zien

heb-

droeg alwat aan den mensch als

en

ver,

persoon onderscheiden wordt, ook op den staat over.

Ook

de Staat „hat Seele und Leib"

deelen,

die ziel een geest. „In

in

und

Staatswille,

lichaam

(p. 19), in dit

dem

zijn

lichaams-

State sind der Staatsgeist, der

Staatsorgane", een voorstelling, die in de Inlei-

die

kwam

ding reeds ter sprake

en waarbij nog slechts herinnerd

dat

zij,

Bluntschli in den Staat de manlijke en in de Kerk de vrouwelijke per-

soon

zag.

Zijn

korte

definitie

van den Staat

is,

dat de Staat

„politisch organisierte Volksperson eines bestimmten

Van deze beeldsprakige overdrijving opvatting

denkbeeld,

het

afgezien, ligt toch

de Staat zich

dat

Landes"

uit

voleinding echter,

hierbij

verdient,

is,

van

zijn

grondgedachte

in

om

deze

tenslotte

zich zelf te vinden.

in

de

(p. 24).

zich zelf ontwikkelt,

opgroeit en allengs een steeds idealer standpunt bereikt,

de

ook

is,

Wat

voor zooveel Bluntschli aangaat, bijzondere opmerking

dat

den

hij

nadruk oplegt, dat het

Staat losmaakt van de nationale idee, en er

niet

een nationale

particulariteit,

maar de alge-

meen menschelijke natuur is, die van zelf uit de samenleving van menschen den Staat doet opkomen. Dit nu leidde hem er toe, om tusschen Staatsbegrip en Staatsidee te onderscheiden, en er alsnu op aan

te

dringen,

dat

we de

enge begrip van Nationalen het

wereldrijk.

klem heel in

uit:

Op

27

Staat,

zijn

de Schepping". tusschen het

maar

spreekt

„De enkele mensch

genomen, dat

scheid

blz.

nooit

Staatsidee

in

hij

't

als Individu

trap

in het

dan ook met bijzonderen en de menschheid als ge-

de oorspronkelijke en blijvende tegenstellingen

„Daarop," zoo vervolgt Privaatrecht

en

van ontwikkeling

staat.

Hij

hij,

„rust zelfs het onder-

En op deze mensch thans nog op zeer droomt meer dan hij wakker

het

verklaring volgt nu de voorstelling, dat de

lagen

zoeken moeten

de alomvattende idee van

Staatsrecht."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen