Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 93

RECHTSWETENSCHAP.

hem

En geheel

niet aan.

komt

hetzelfde geldt uiteraard van hetgeen daarna

zake de rechtsbedeeling onder

in

85

het rechtsperspectief in

Israël,

de Profetie, de rechtsbetuiging en -verklaring de

ken,

belichtingen

van

het

recht

de Psalmen en Spreu-

in

Evangeliën

de

in

en

de

bi]

Apostelen, en de rechtsontwarring en rechtsindicatiën in de Apocalypse.

Hoe toch zou een wetenschappelijk man kunnen beproeven, om eenerzijds

ooit de combinatie

twee ik

God

voor

„Bij mijn studiën over het recht

Schrift

Toch

niet."

zeggen

te

Zou

't

ga

ik te

immers een

van

belaching

jurist in

zoo onlogische conclusie vastraakte.

gelooft,

de onafwijsbare consequentie, dat ook

gelden

wat

zal,

te schrijven:

werk, als bestond de Heilige

Logika

alle

Al

is

bij

't

toch, voor wie

recht al datgene

't

de Bijzondere Openbaring een algemeene rechts-

in

gedachte met Goddelijk gezag bekleedt, het gebruik van de Schrift verre

van

gemakkelijk.

Kerstening

van

ons

recht

de

is

een

vermengd

wijze

wie

dat

duidelijk,

overneemt van wat

de

en hij

twaalf artikelen als zij

Dan

zetten.

maar van

zijn

en

op,

er

het

hoe

bij

rechtsideeën

Het

verried.

bepalingen

aantal

glippen

Israëlitische

willekeur

die

zijn,

zeker rest

doet.

we

Reeds wezen

bij

werelddeel met Grieksche rechtsphilosophie,

Germaansche

Romeinsche,

vaak

zijn.

meer dan één kundig

het niet onverstaanbaar, hoe nochtans

is

:

waarachtig!" en dan toch anderzijds neer

als

van deze

„Dit alles belijd

toch

is

uit het Israëlitisch

recht

zich zelf geen rekenschap geeft

laat,

Niemand kan naar willekeur uit een codex tien, dwingend recht aanvaarden, en al het overige op-

toch

buigt

voor het gezag van dien codex,

niet

hij

eigen keuze, wat willekeur

Aanvaard

is.

ik rechtsbe-

God-

palingen in Israël als ook voor ons land geldend, op grond van delijk gezag,

de

dan moet

ik natuurlijk heel

Toch

Thora gold, aanvaarden.

Reformatie Institutie

een

onzekerheid

gevaarlijke

den codex, die

bij

dienaangaande

bleef

zweven

Israël als

en zelfs

tot

in

op de

Calvijns

geschiedt het beroep op de Heilige Schrift niet zelden zonder

nadere praeciseering.

Toch

heeft

men

reeds in de 16e

dat het stellen van vaste regelen op dit punt niet

met name

eeuw gevoeld,

mocht

uitblijven, en

heeft toen de hoogleeraar Franciscus Junius zich de vraag

ter

beantwoording gesteld,

tot

de Bijzondere Openbaring

Franciscus Junius, bladz.

op

329-392.

die

Het

ik

in

in

artikel,

welke verhouding de rechtsgeleerde zich te

plaatsen had.

1880

uitgaf,

waarop

ik

In

zie

doel,

de Opera Selecta van

men

zijn

draagt ten

oordeel op titel:

„De

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen