Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 421
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
DE NIET-TOELATING TER CONFERENTIE. dit
ZOO weinig een bindend karakter, dat de
en
Maar
gesteld
alsof
Art.
kaansche
men
dat
al,
dat
nog
er
punt
het
of niet toetreding tot
van
1899
Republiek
de
vrije toetreding tot
Dan had de
kunnen betuigen,
instemming
haar
zelfs
wat dan nog.
belette,
die dit niet deden.
zijn,
questie zoover wil trekken,
in
van het Convent van 1884
IV
verdrag
het
met het gevolg,
wel
zulks
al
aan het goedvinden der mogendheden werd overgelaten,
accoord
liet
413
Zuid-Afri-
onder
in-
wachting van de medewerking, die Engeland hiertoe zou moeten ver-
kenen.
Indien nu Engeland zelf met het Verdrag van 1899 meeging,
wat
zou
zin
wel
gehad
in
zijn
te
maken.
En
stelt
men
dat
al,
tyrannieke plannen, hiertoe toch
zijn
geweest, welk ander gevolg zou
dan
dit
dan dat de afgevaardigden der Zuid-Afrikaansche Re-
hebben,
publiek,
zou
staat
aanvaarding voor de Zuid-
gelijke
onmogelijk
met het oog op
Chamberlain, zeer
dan gehad hebben,
't
Republiek
Afrikaansche
Conferentie zitting hebbende, zich op dit punt van deel-
ter
neming aan de stemming hadden onthouden. Hoe ver men dus ook den zin en de bedoeling van Art. IV trekken moge, nooit en nimmer kan
er
geheel lijk
worden
uit
om
gemachtigd was,
volken
ter
meening
Engelands
van
afgezien
doen
goedvinden,
volkenrechte-
en
vrij
niet,
aan de besprekingen over den Vrede onder de
Conferentie deel
te
Republiek
afgeleid, dat de Zuid-Afrikaansche
nemen, door gedelegeerden ook van haar
te
en,
blijken,
mits onder afwachting van Engelands
nadere niet-afkeuring aan de besluiten der Conferentie, een voorloopig aandeel
te
daarom
blijft
destijds heeft als
kunnen
hoogte
men
zijde
het
besluiten, de beide Republieken van Zuid-Afrika,
Dat onze Regeering
niet bij, thuis te laten.
aan
geding ook beziet, het
onverklaarbaar, op wat grond onze Regeering
volstrekt
hoorden ze er
zekere
Van wat
nemen.
de
inzichten
van
den
leende
edelmoedig plan. noodiging
zou
er
van
de
zich
Stel
twee
dus,
Republieken
hoewel
verzet
zijn,
dat
uit
en de Regeering
nader uitwerken van
dat Rusland eigener
althans iets van te verstaan
doortastte,
tot het
slechts
op
Czar gebonden was, kan
worden toegegeven, van hem ging de Conferentie van Nederland
tot
zijn
beweging tegen de
had aangeteekend, dan
men
niet
aanstonds grof
ook dan nog had kunnen gewezen worden op de
nauwe ethnologische verwantschap van Nederland met de Boeren en op de moeilijkheid voor ons Bewind,
om
bij
de zeer sterke sympathie,
die destijds reeds door deze verwantschap ten onzent
v.'as
opgewekt, het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's