Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 224
202
DR.
andere honden er
uit
KUYPER ALS STRIJDER
honger op afkomen. Van daar Jezus' eerste
„Zoo iemand met a rechten wil en uwen rok nemen, laat hem ook den mantel". Een Jood droeg twee kleedingstukken op zijn bloot lijf een wollen hemd met mouwen, dat hier „een rok" heet, en stelregel:
:
daarover heen een vierkanten doek, dien
en dat lijk.
hier de mantel.
is
Er
is
Deze uitspraak
als reisdeken
hij
klinkt dus
omsloeg,
zoo scherp moge-
geen sprake over een rechtsgeding voor den rechter over
een lapje grond, of over een lam, veel min over paarlen en juweelen,
maar over het allernoodigste, over kleeren die men aan het lijf draagt. En nu is de neiging van ons hart, om met zekere geraaktheid voor ons recht op ons bezit op
te
dat Hij Zijnerzijds den regel het
lijf
eischt,
wil betwisten, geef
komen,
in
stelt: als
'sHeeren oog zoo verkeerd,
iemand u
zelfs
uw
kleed aan
hem zelfs meer dan hij uw houding hem moogt beschamen, en
dan
opdat ge door heel
toe,
en gun
alzoo het onrecht stuiten in zijn hart. Niet de hebzucht moet de hebzucht,
maar de gelatenheid en
het
stille
dulden de macht van het
onrecht overwinnen.
De tweede
uitspraak van Jezus raakt het leenen. Leenen
anders dan aalmoezen geven. Het
is
een
is
iets
groote ongelijkheid in
te
het bezit tijdelijk vereffenen. Reeds Johannes de Dooper had den stelregel gezet: heeft,
„Wie twee rokken
en die spijze
gelijks." In
heeft, deele
mede, die er geen
wie een dubbel deel spijzen) heeft, doe des-
(d.i.
ziet men gedurig dat er twee menschen naast waarvan de één twee bedden heeft om op te slapen,
de wereld
elkander staan,
twee kleedingstukken
om
aan te trekken, twee deelen voor zijn om op te liggen, zonder
honger, terwijl de ander staat zonder bed kleed
om
zijn
naaktheid
Dit schreit ten hemel. alleen van dingen die gelie,
te
dekken, en zonder spijs voor zijn honger.
Van weelde-artikelen is hier geen sprake, onmisbaar zijn. En daarom eischt het Evan-
dat gevoel van menschelijkheid en liefde deze ongelijkheid
vereffenen. Zulke
ongelijkheid
voortduurt. In dien zin moet
is
men
zondig
als ze
onder
Christenen
het leenen verstaan. Niet alsof wie
ƒ 1000.— bezit aan den eerste den beste die om f 300.— komt vragen, dat geld geven moet. De bedoeling is, dat waar nood bestaat door tijdelijke ongelegenheid, zoodat men geen aalmoes maar toch hulp behoeft, ge hij uit
uw hand
den nood
is
niet terugtrekt
maar uw broeder zoo
en straks door teruggave
Het derde wapen tegen de ongelijkheid
zijn
is
helpt, dat
schuld kwijte.
de aalmoes. Deze moet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
![Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 224](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/leven-en-arbeid-van-dr-a-kuyper/1919/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's