Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 214
„Oppermacht van in
KUYPER ALS STRIJDER
DR.
192 't
geld" en teekent den nood, die
komen stond
te
deze tegenstelling: Hier weelde ontwassen aan zichzelf, van buiten bloeiend
En schitterend van jeugd, maar innerlijk verschroeiend En sapbedervend als een kanker, en of 't waar! Daar Der standen evenwicht verbrekend
Gemor bij d'arbeid, die geen brood geeft; jokdierbanden Geworpen om den hals van vrijen, waar de wanden Van
De
Zoo
dag en nacht, en eeuw'ge rook ziel verstikt in smook.
hitte blaak'ren
steden zwart verwt, en de
dichtte
Da Costa
de Internationale
stichtte. In
een kwart eeuw voordat Marx 1853 joeg
de deftige heeren van het Binnenhof schrik aan door klaring:
Londen
te
Groen van Prinsterer
„Tegenover de socialistische begrippen
krasse ver-
zijn
lette
men op den
inderdaad kommervollen toestand der lagere bevolking, en
zij
bovenal
indachtig aan het nadeel, hetwelk de hoogere standen door zede-
bederf en valsche wetenschap
bij
het volk hebben gesticht." Hij sprak
dat in het socialisme „een waarheid
uit,
men moest
geeft;
gemengd
ligt,
die het kracht
trachten naar „verbetering ook van de materieele
toestanden, wier verkeerdheid de kracht der socialistische dwaling verdubbelt", en verkondigde: „Het Socialisme vindt zijn oorsprong in
de Revolutie", en
is
„alleen door het Christendom verwinbaar".
Van de erkenning van
het verband tusschen het sociale vraagstuk
en de Christelijke Religie, ging het Congres Dr.
K
uyp e
r
hoe deze twee
In het paradijs ontving de
wereld
te
bewaren en
te
in
uit.
En daarom betoogt
elkander liggen gestrengeld.
mensch den
last,
om
deze
bebouwen. Ze was geschapen
stoffelijke
om
„vervol-
maakt" te worden. Deze regel gaat evenzeer door voor ons persoonlijk als voor ons saamleven met anderen. Wij moeten waken, bidden en strijden. Schande is het voor ouders zoo ze hun kinderen in hun natuur laten opgroeien.
En zoo
is
het barbaarschheid, wanneer de menschelijke
samenleving aan het verloop der natuur wordt overgelaten, geen staatsmanskunst tusschen beide treedt,
gemeenschap
Was
te
om
doen opkomen en deze dan
uit
het saamleven een
te veredelen.
er geen zonde, dwaling, egoïsme en misdaad,
saamleving rustig voortgaan en
Maar nu gaf de zonde
bij
tot
de niet weg
dan kon de
volkomener geluksstaat te
nemen
leiden.
ongelijkheid tusschen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
![Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 214](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/leven-en-arbeid-van-dr-a-kuyper/1919/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's