Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 277
DR. KUYPER ALS GELEERDE. het empirisme
komen
Wolff
in
tot hetzelfde resultaat. Zij
Hume
eenerzijds in Wolff anderzijds in
samen
255
het eindpunt,
om dan
vinden in
Kant
te liomen.
Kant vat de twee negaties samen, namelijk dat men noch langs den verstandelijken weg van het rationalisme, noch door zinnelijke ervaring tot kennis van de bovenzinnelijke wereld komen kan. Kant o f f en Hume. In zijn „Kritik is dus de negatieve synthese van der reinen Vernunft" komt hij tot de slotsom, dat men van het „ding
W
1
an sich", dat zich achter de verschijnselen verbergt, langs rationalis-
weg niets kan weten. Het kwamen dan ook tot het resultaat, dat empirisme tischen of empirischen
rationalisme en het
de geheele Christe-
lijke metaphysica niet was te bewijzen, geheel onhoudbaar werd bevonden en hiermede had afgedaan. Beide richtingen die een „Aufklarung" hadden willen zijn, werden een „Ausklarung" zij lieten van de Christelijke wereldbeschouwing niets staan. En nu trachtte Kant wel wat hij in zijn „Kritik der reinen Vernunft" afbrak in zijn „Kritik der praktischen vernunft" weer op te bouwen door middel van zijn „Kategorischen Imperatief", waardoor ;
hij tot
het besluit
kwam,
dat
men
niet twijfelen
mag aan
het bestaan
van God, deugd en onsterfelijkheid O, maar als wij den draad van den ontwikkelingsgang van het rationalistisch-empiristisch denken volgen, bevinden wij, dat het in
gekomen van de
Kant
tegelijk
positievelijk
Christelijke
de scharnier
omslaat
in zijn
is,
Kant
tot
een absolute negatie
wereldbeschouwing, maar
is
ook dat
waar deze negatie zich ombuigt en komt tot een allesomvattend
tegendeel en
systeem met rijken inhoud. Tot Kant was het afbreken geweest. Het rationalisme en de wijsbegeerte der ervaring had slooperswerk verricht om nu eens dit, dan weer dat van de Christelijke wereldbeschouwing af te brokkelen,
fundamenten onhoudbaar bleken, maar om dan, tot een algemeene vernietiging was gekomen, na K a n t, door het subjectivisme van Fichte tot eindelijk zelfs de
als het
met
Kant
den „Alleszermalmende"
*) „Kant's moreel bewijs voor vrijheid, onsterfelijkheid en Godheid is dus geen bewijs der wetenschap, maar des geloofs: de postulaten zijn de voorwaarden voor het zedelijke leven en hunne realiteit moet evenzeer geloofd
worden tisch
als dat leven zelf
voorwerp
evenzeer onkenbaar als
Windelband
in zijn
te
is
des geloofs.
Maar
zij
blijven theore-
voren." Aldus schrijft de hoogleeraar Dr.
„Geschichte der Philosophie,"
p. 438.
W.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
![Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 277](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/leven-en-arbeid-van-dr-a-kuyper/1919/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's