Ad Valvas 1972-1973 - pagina 127

MINDER BEZOEKERS VOORLICHTINGSDAGEN UNIWRSITEITEN

Hearing over bestuurshervorming bij sociaal-l(ulturelen Het bestuur van de subfakulteit der sociaal-kvilturele wetenschappen organiseert donderdag 25 januari. 20 uur in hg 4A-05 een hearing waar leden van de subfakulteitsraad met anderen uit de subfakulteit k u n n e n diskussiëren over de nieuwe bestuursstruktuur bij de sociaal-kulturelen. De diskussie wordt geleid door drs. A. Walravens, terwijl een aantal leden van de zgn. 'Commissie bestuurshervorming' alle gewenste informatie geven. Ad Valvas hoopt in h e t nimimer van 26 j a n u a r i in een artikel uitgebreid in te gaan op de 'verzuiling' en de bestuursproblematiek a a n deze subfakulteit.

W E E K B L A D VRIJE UNIVERSITEIT 30e JAARGANG

19 JANUARI 1973

NUMMER 17

NCBO: UR-vertegenwoordiging via onjuiste procedure in Kommissie van Overleg De Vakorganisaties NCBO (Ned. Chr. Bond van Overheidspersoneel) en ABVA (Alg. Bond van Ambtenaren) hebben ernstig bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop de universiteitsraad via h a a r commissie rechtspositie wil deelnemen in de Kommissie van Overleg. Gevolg is dat èn het bestuursreglement van de VU èn de UR-vertegenwoordiging in de KvO in de volgende vergadering opnieuw a a n de orde komen. Volgens NCBO-hoofdbestuurder J. C, Borgdorff, voor de NCBO-leden als deskundige toegevoegd a a n de werknemersdelegatie in de KvO, heeft deze vakorganisatie bezwaren tegen de gevolgde procedure voor de toewijzing van UR-leden in de werkgevers- en werknemersdelegatie van de kommissie en tevens inhoudelijk bezwaar tegen de toewijzing van de werknemersdelegatie uit de UR in de KvO Als de UR-leden als waarnemers n a m e n s de UR a a n de werkgeversdelegatie worden toegevoegd, heeft de NCBO geen bezwaar. Wel bestaan er ernstige bedenkingen tegen de door de UR gevolgde procedure; niet tegen het inhoudelijk besluit. Formeel-juridisch gezien heeft de UR een onverbindend besluit genomen omdat niet de juiste procedure m acht genomen is.

Personeelsreglement Volgens art. 71 van h e t personeelsreglement van de VU, en de daaruit voortvloeiende regeling 18 behandelt de Kommissie van Overleg alle onderwerpen welke in algemene zin van belang zijn voor de rechtspositie van h e t personeel en het personeelsbeleid. Volgens de heer Borgdorff is deze regeling van k r a c h t zolang hij niet door een andere is vervan-

gen. De universiteitsraad k a n dus geen besluiten nemen in deze zin zonder de Kommissie van Overleg te hebben gehoord. De NCBO-bestuurder meent dat de universiteitsraden in deze zaak h u n juiste handelwijze niet kennen. Overleg over deze kwestie met het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam heeft inmiddels geleid tot de toezegging d a t een voorstel van de vakorganisaties over deze procedure zal worden overgenomen.

KGBO-nota Betreffende de samenstelling van de werknemersdelegatie uit de UR, bestaande uit twee leden van het wetenschappelijk personeel en twee TAS-leden zijn er niet alleen procedurele m a a r ook inhoudelijke bezwaren. Die zijn geformuleerd m een op de KvOvergadering van 5 december namens de NCBO overhandigde nota. Daarin wordt meegedeeld dat volgens de Internationale Conventie nr. 87 van de ILO (Staatsblad 7538) art. 3. sub 1. de werknemers- en werkgeversorganisaties het recht hebben h a a r statuten en reglementen op te stellen, vrij zijn h a a r vertegenwoordigers te kiezen, h a a r organisatie en werkzaamheden m te richten en h a a r werkprogramma's te formuleren. En sub 2: De overheid moet zich van elke inmenging, welke d a t recht k a n beperken of de wettige uitoefening daarvan kan belemmeren, onthouden. Daarop aansluitend wordt in de door de heer Borgdorff ondertekende NCBO-nota gezegd: 'Tegenover de universiteitsraad kunnen wij staande houden, dat de wet ons h e t recht geeft onze eigen vertegenwoordigers te kiezen. WIJ behoeven dan ook niet te dulden dat de universiteitsraad aan onze werknemersdelegatie personen toevoegt, tenzij wij daar zelf in toestemmen. En h e t zij in alle duidelijkheid gezegd, mijnheer de voorzitter: wij stemmen daar niet in toe. En mocht men een dergelijke internationale bepaling wensen te negeren, dan wil ik stellen dat men dan ook internationaal zal weten dat de VU, dat verdrag negeert !'

Breekpunt Redaktie: P. J. van Delden dr. E, Diemer dr. P. J. G. Keuss mej. C. G. H. de Ryk Eindredak t e u r : P. W. B ü c k m a n n Redaktie-adres: De Boelelaan 1105 (Postbus 7161) Amsterdam, tel. 48 26 71 h g lD-08. Kopij, niet bestemd voor de mededelingenrubriek, moet (getypt) uiteriyk m a a n d a g morgen 8 Januari om 10 u u r binnen zija. Advertenties; J. G. Duyker, Amsterdamseweg 397, Amstelveen. Postbus 228, Tel, 020-43 2615; bgg 43 1810.

De heer Borgdorff zegt dan van mening te zijn dat er bij de universiteitsraad minder sprake is van kwade wil, m a a r meer van dwaling van inzicht. Hij vergelijkt dan de UR met een gemeenteraad. Maar dat gaat niet helemaal op, omdat: 'over de interpretatie van artikel 31 van de Wet Universitaire Bestuurshervorming. h e t personeelsbeheer al of niet voorbehouden a a n het college van bestuur, een niet gering interpretatieverschil bestaat. Het lijkt mij niet denkbeeldig, d a t een logische interpretatie, gezien de gehele konstellatie van de WUB, gezien ook h e t zitting hebben van vele personeelsleden van de universiteit in de raad, de universiteitsraad meer wijst in de richting van algemene bestuurstaken tav ondei-wijs en onderzoek, dan tav personeelsbeheer. IVIaar ook wanneer de kompetentie van de universiteitsraad a n a loog zou zijn a a n die van een gemeenteraad en daaruit voort zou vloeien d a t de universiteits-

r a a d verordenende bevoegdheid zou bezitten tav personeelsreglementen, daaruit voortvloeiende uitvoeringsregelingen en van het algemene personeelsbeleid, dan nog dient men niet te vergeten dat de raad dan optreedt in de hoedanigheid van hoogste bestuurslaag, van werkgever! Dit verdraag zich niet met het zitting nemen in een delegatie van werknemers, die zich door organisaties te vormen mondig gemaakt hebben en evenmin kan dit er toe leiden d a t anderen dan de toegelaten organisaties worden aangewezen. Uit het vorenstaande vloeit echter niet alleen voort,

Commissie

dat de organisaties — en het zal een breekpunt zijn voor verder overleg — h e t opnemen van leden van de universiteitsraad of het door deze r a a d aanwijzen van derden of vertegenwoordigers van geledingen afwijzen, het opent ook andere perspektieven.' Daarmee doelt de NCBO-bestuurder op een sociaal verantwoord personeelsbeleid. Een voor het VU-personeel door de Kommissie van Overleg samengesteld verslag van h a a r vergadering van 5 december hopen we volgende week in Ad Valvas te kunnen publiceren. Pieter Bückmann

Academische

Raad

bepleit.

Nieuwe opzet studie moderne vreemde talen Een vernieuwde opzet van het vrcemde-talenonderwijs aan de universiteiten wordt voorgesteld in het pas gereedgekomen rapport over Het universitair onderwijs in de moderne vreemde talen van een door de Academische Raad ingestelde Commissie-ad hoc. Daarin wordt ook aanbevolen de aan de meeste universiteiten reeds bestaande instituten voor toegepaste taalkunde zodanig uit te bouwen dat zij in staat zijn leiding te geven a a n de nodige s a menwerking tussen de verschillende talenopleidingen en met beoefenaars van andere wetenschappen als algemene taalwetenschap, taalpsychologie, leerpsychologie en neerlandici. Realisering van deze samenwerking en koördmatie van onderzoek kan. n a a r de kommissie meent, binnen elke universiteit het best bereikt worden door een centraal interdisciplinair instituut. Zij acht het verder noodzakelijk dat er een landelijk onderzoekbeleid wordt gevoerd mbt het vreemde-talenonderwijs en dat voor dit onderwijs een centraal dokumentatie- en voorlichtingscentrum wordt opgericht. De kommissie pleit ook voor de opleiding van deskundigen m taaldidaktiek. Universitaire opleiding op het gebied van de moderne vreemde talen zou inhoudelijk meer op m a a t schappelijke behoeften kunnen aansluiten. De mogelijkheid dient te worden overwogen een universitaire opleiding voor tolken en vertalers in het leven te roepen en de studie van de wetenschappelijke problematiek van het vertalen te bevorderen.

Doei studie De imiversitaire studie in de moderne vreemde talen moet volgens de commissie tot doel hebben:

Deze surrealistische ballpointtekening van ex-VU-personeelslid Freddy van den Berg, is volgens one recensente een zoekplaatje. Je raakt er dan ook niet op uitgekeken. Meer leest u er over in haar beschrijving op pagina 3.

0

Het opleiden van akademici die in staat zijn wetenschappelijk werk te verrichten op het gebied van de t a a l - en letterkunde, en

0

het opleiden van

universitair

De jaarlijkse voorlichtingsdag over onderwijs en onderzoek a a n de VU, waarvoor 1290 belangstellenden zich hadden opgegeven voor de ochtend- en middagbijeenkomsten, blijkt door zo'n 1100 m a n t e zijn bezocht. Van de 905 scholieren die zich hadden aangemeld kwamen er 850 opdagen, m a a r van de 385 ouders gaven er n a a r verhouding aanzienlijk minder acte de presence (naar schatting een 250). De opkomst van de belangstellenden voor geneeskunde en wiskunde en natuurwetenschappen was bijna 100 pet; bij de andere fakulteiten ongeveer 75 pet. Vorig j a a r hadden zich 2615 m a n voor de voorlichtingsdag a a n de VU aangemeld, van wie er 2250 kwamen opdagen (in 1971: 2080). Bij het Bureau Studentenbelangen vond men het a a n t a l voor dit Jaar, vergeleken met de opkomst bij a n dere universiteiten (o.a. in Utrecht) een goed resultaat. Eén van de redenen voor de over de gehele linie verminderde landelijke bezoekersaantallen ligt volgens een woordvoerder van het Bureau Studentenbelangen in de gebrekkige voorlichting die in de afgelopen periode door het ministerie van onderwijs en wetenschappen is gevoerd. Aan veel scholen werd helemaal geen mededeling gedaan over de voorlichtingsdagen a a n de universiteiten. Een andere reden zijn waarschijnlijk de gevolgen van de uitwerking van de mammoetwet. P'WB

gevormde leraren die h u n taak bij het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs n a a r m o derne maatstaven goed kunnen vervullen. De vakstudie — op basis van de Posthumus-plannen — zou vier kursusjaren in beslag moeten n e men. Voor hen die leraar willen worden volgt daarop één j a a r pedagogisch- didaktische scholing. Aan degenen die een wetenschappelijke funktie ambiëren dient, op dezelfde wijze als voor andere studierichtingen, de gelegenheid te worden geboden voor post-doktorale studie.

ZOEKPLAA TJE S-^y.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen