GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Binnenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Binnenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De coiifessioneile veieeiiigiiigiaFrie& lanii hield Woensdag te Leeuwarden hare eerste jaarvergadering, waartoe ongeveer een 250 mannen en vrouwen waren opgekomen. Ds.

Hoekstra van Longerhouw opende met een inleidend woord waarbij hij wees op den treurigen toestand der Ned. Herv. kerk, maar tevens op het moedgevende van eene vergadering als deze, teneinde den strijd voort te zetten tegen hen die ons onze belijdenis willen ontfutselen en tegen hen die niets dan smaad voor ons overhebben.

Nu Ds. Felix bericht had, door droeve omstandigheden niet te kunnen komen, heeft Dr. Hoedemaker opzich genomen de bidstond, ter opening dezer vergadering te leiden.

De secretaris Ds. Eringa leest het schrijven van Ds. Felix voor, en daarna spreekt Dr. Hoedemaker, nadat hij voorging in 't gebed, naar aanleiding van Zacheria 3 een toepasselijk woord op dezen tijd, omtrent de verkiezing, de bewaring, de verlossing en de overwinning van het Sion des Heeren.

Uit de rcededeelingen van Ds. Eringa blijkt verder, dat de conf. ver. in Friesland thans uit 10 afdeelingen bestaat, en mede in de prov. Groningen vooruitgaat. In het afgeloopen jaar werd in hoofdzaak de Evangelisatie ter hand genomen, door de Evangelist Otidkerk te Witmarsum en in vacante plaatsen, terwijl tevens op de Twijzelerheide wordt gewerkt, en in Blijham (prov. Gron.). Op voorstel van Dr. Hoedemaker wordt besloten een telegram van deelneming te zenden aan Ds Felix, en sluit Ds. Buiskool deze bidstond met dankzegging.

Na de pauze geeft Ds. Eringa een antwoord op de Vraag: hoe kan eene plaatselijke afdeeling vruchtbaar werken in de gemeente ?

Het doel der conf. ver, te bereiken is niet gemakkelijk, omdat het bijna onmogelijk is, behalve in de prediking »de Gereformeerde lijn'' vast te houden. De eerste roeping is thans, om de verstrooide strijdkrachten te verzamelen. Wij hebben een ontzachelijk groot verlies geleden door de Doleantie, laat ons dat erkennen — en ons ontbreekt organisatie, er heerscht een groote spraakverwarring en lauwheid.

De conf. ver. moet worden een vereenigingspunt van allen die de Ned. Herv. kerk liefhebben en voor hare belijdenis opkomen, om de gemeente tot die belijdenis terug te brengen. Wij hebben nu twee jaar geleefd van de critiek op de Doleantie, dat is bijna ons eenigste wapen geweest, maar op den duur kunnen wij van negatie niet leven. Dat mag niet voortduren, de beginselen moeten Vi'eer op den voorgrond komen. De gedoopte maar nog niet toegetredenen moeten door de afdeelingen bewerkt worden, zonder dit, geeft evangelisatie alleen, met het oog op kerkherstel niets.

Verder moeten de beslist ongeloovigen, niet afgestooten worden, maar onder den indruk gebracht, dat zij, evenals wij der waarheid moeten gehoorzaam, zijn. De plaatselijke afdeelingen moeten verder den dienst des Woords steunen, en de opleiding van jongelieden voor het predikambt ter hand nemen, door het beschikbaar stellen van beurzen, voor begaafde Friesche jongelieden.

Bij de hierop gehouden stemming, worden als bestuursleden der Friesche afdeeling gekozen da heeren Hoekstra te Longerhouw, Gunning te Oosthem, Schuiirmans Stekhoven te

Oudega, van Eyck van Heslinga te Oostermeer, Eringa te Engwierum, Wijnja te Oudega en Koopmans te Garijp.

Ds. Schuurmans Stekhoven houdt hierop een referaat over:

»De beteekenis van den Doop voor het persoonlijk, huislijk en gemeentelijk leven" en herinnert daarbij aan het woord van een eenvoudig man, »leer het volk zijn Doop verstaan en het is gered", terwijl hij op den voorgrond stelt, dat wij moeten waken tegen drieërlei: minachting, ontheiliging en overschatting van den Doop.

Spreker zet hierop zijn onderwerp in verband met zijn verschillende beteekenis uitvoerig uiteen, op grond van Gods Woord en de belijdenis der kerk.

Dr. Hoedemaker geeft hierop een antwoord op de vraag:

»Met welk recht noemt m.en de Ned. Herv. kerk de openbaring van het lichaam van Christus in Nederland."

Spr. wijst er op, hoe in Nederland het geheel eenig verschijnsel zich voordoet, dat een tweetal kerken, die als Gereformeerde kerken eenzelfde belijdenis hebben, toch gescheiden van elkander leven.

Een vreemdeling in ons land komende, zou als hij de Gereformeerde kerk ging zoeken, zeer zeker terecht komen bij de thans vereenigde Geref. kerken A, en^B. en toch durft spr. de stelling verdedigen: Dat de Ned. Herv. kerk de historische, de ware openbaring van het lichaam van Christus is. Men behoeft een overrompeld kasteel waarin de vijand gruwelijk huishoudt, en dat daardoor in verval geraakt niet te verlaten.

Wij moeten blijven, opdat er zoo weinig mogelijk schade worde aangericht. Spr. doet aan de Afgescheidenen de vraag, acht gij het geoorloofd de kerk te verlaten, en er naast een nieuwe op te richten, dat is scheuring te maken ?

Het antwoord daarop is steeds geweest, de Ned. Heiv. kerk is een valsche kerk. De vraag of dit inderdaad zoo is, is de vraag die alles beheerscht.

De modernen zijn wederrechtelijk in de kerk. De gereformeerden die verdrongen werden, hebben het er naar gemaakt, ze gaven zich bloot, omdat ze wel uitgedreven wilden worden.

De besturen, zijn niet uit de kerk voortgekomen, maar toegevoegd en opgedrongen.

De Synode de wetgevende en rechtsprekende macht ? Men vergeet dat er staat onder waarborg van het algemeen en bijzonder reglement.

De treurige toestand in de kerk? Door die te ontloopen worden ze niet beter, bovendien wij hebben daaraan mede schuld.

Op de vraag of de oude rechten op de Afgescheidenen en Doleerenden zijn overgegaan, antwoord Spr. ontkennend.

Maar veel meer als met deze, hebben wij met het Remonstrantisme onder ons zelf te doen. Men kan alles doen, tegen Dr. Kuyper optreden, tegen da Doleantie getuigen, maar als men op kerkherstel aandringt, hebben weinigen daarvoor een oor, en slechts enkelen hope

Spr. houdt hierop een uitvoerig en diepzinnig be'.oog over de eenheid der zichtbare kerk in de historie, hier en elders en komt dan weer tot zijn vraag: met welk recht noemt men de Ned. Herv. kerk de openbaring van het lichaam van Christus.

Met dit recht: dat in Nederland het volkskarakter ten nauwste samenhangt met de Ned. Herv. kerk, beiden zijn samen opgewassen, en de uiteenscheuring daarvan is alleen mogelijk als het volk als water verdwijnt. Met de scheiding is niet slechts een valsch begrip van kerk openbaar geworden, maar daarmee hangt ook samen, een verkeerd begrip van de verhouding van Kerk en Staat.

Ook de armenverzorging hangt daarmee samen, deze komt thans meer en meer in handen van den Staat.

Ook de quaestie van tucht staat er mee in verband.

Die wij in Amsterdam onder de tucht willen stellen, worden door de concurrentie met open armen aan de overzijde ontvangen. Daarom, de Ned. Herv. kerk is de historische, de ware, de normale, de van God gewilde kerk onzer vaderen!

Wel zijn de besturen verkeerd, deze hebben geen recht van bestaan, maar nimmer mogen wij het verband verbreken.

Een andere vraag is evenwel: wat moeten wij doen, persoonlijk en wat als confessioncele vereeniging.

Door persoonlijke uittreding kunnen wij 1816 niet ongedaan maken. Wat we wel kunnen, ligt vlak voor onze voeten: ten eerste evangeliseeren, ten tweede, duidelijker begrippen verkrijgen omtrent hetgeen onze vaderen in het Woord vonden.

In" het algemeen is het waar, de Gereformeerden zijn nog zoo weinig gereformeerd.

De voorz. zegt dank aan Dr. Hoedemaker, en uit den wensch dat deze nog eens duidelijk en uitvoerig deze zaak in de »Ger. kerk" moge bespreken, en verzocht de verg.-te zingen :

Houdt Christus zijne kerk in stand enz.

Ds. Buiskool geeft hierop nog een referaat over: onkerkelijke practijken in betrekking tot de viering van het H. Avondmaal" en tegen half vijf ongeveer wordt de vergadering gesloten; waarin men nog altoos niet verder dan tot den wensch kwam, dat de duidelijke uiteenzetting, hoe een wezenlijk Gereformeerd man onder de Synodale organisatie kan büjven, zonder tegen zijn conscientie 'in te gaan, moest volgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Binnenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's