GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het hospitaal schrijft Ds. Lion Cachet in de Heidetibode:

Dat het eerste Zending-Hospitaal op Midden-Java te Poerworedjo gevestigd worde, past volkomen in het plan van concentratie van den Zendingsarbeid der Gereformeerde kerken, aan de Synode te Middelburg voorgelegd. Er zouden dan zijn te Poerworedjo: één Zendeling, Dienaar des Woords, Ds. Adriaanse; de KEUCHENIUS-STICHTING met een Zendelingonderwijzer, Broeder Zuidema; en een Zending-Hospitaal met den Zendeling-arts, Dr. Scheurer. V)a Medische Zending vormt dan daar het groote punt van aantrekking voor de Javanen; — het veld, waarop Ds. Adriaanse.als Zendeling, Dienaar des Woords, kan arbeiden, en Broeder Zuidema adspirant-moerids zal kunnen krijgen, om opgeleid te worden aan de Stichting.

Voor het oogenblik in het midden latende of Poerworedjo, al dan niet, de aangewezen plaats is voor centrum der Zending op Midden-Java, of zelfs slechts voor de Residentie Êagelen, zou voor zulk een plan veel te zeggen zijn, indien de Zendingsarbeid op Midden-Java nog eerst moest worden aangevangen. Doch dit is niet het geval, en, onder de omstandigheden, zou het zeer te betreuren zijn (niet dat er op Poerworedjo een Zending-Hospitaal kwam) maar, dat de ééne Zendehng-arts, dien wij hebben, van Solo zou wegtrekken om te Poerworedjo te gaan arbeiden.

De bedoeling toch der Medische Zending is allereerst om baan te breken voor de prediking des Woords; en eerst daarna, secundair, om gevestigde Zending, plaatselijk, te steunen. En nu is het feit, dat Poerworedjo, en geheel Bagelen, open ligt voor de prediking des Evangelies, terwijl Solo, ook van Gouvernementswege, nog gesloten is.

Daarom was, van het be«in aan, dat er van Medische Zending op Midden-Java sprake was, steeds het oog gevestigd op SOLO, als de plaats waar de eerste Zendeling-arts zou arbeiden. Allereerst met het oog op Solo, heeft Broeder Scheurer, vanwege de Nederlandsche GereformeerdeZendingvereeniging zijn opleiding tot arts ontvangen. Op Solo werd in zijn acte van aanstelling gewezen als zijn toekomstig arbeidsveld. Want te Solo, waar nog geen Zendeling, Dienaar des Woords, mag arbeiden, quasi óók niet omdat de Soesoehoenan het niet hebben wil, is de plaats op Midden-Java voor den Zendeling-arts om, door het verleenen van geneeskundige hulp aan Inlanders, bestaande voorocrdeelen tegen de prediking van het Evangelie te doen verdwijnen, en zoo - den weg te banen voor die prediking, gelijk zulks geschied is in Kashmir, in China, in Nestoria, in Perzië en op zoovele andere )laatsen der aarde. En Dr. Scheurer vertrok naar ava, gedragen op veler gebeden, dat hij de genade en eere mocht rebben, zóó op Solo te arbeiden, en als Zendeling-arts een bresse te schieten in den muur, die Solo omsloten houdt tegen de prediking van het Woord.

Zou het nu, om welke reden dan ook, voor het oogenblik onmogelijk blijken, dat de Zendeling-arts, aanvankelijk te Solo gevestigd, daar bleve, dan is zeker w/rf Poerworedjo, maar DJOKJA zijn aangewezen arbeidsveld.

Wel is Djokjakarta, evenals Bagelen, xgeopend" voor het EvangeUe; wel zijn daar, door den moeitevollen arbeid van Broeder Wilhelm, reeds een aantal «gemeenten"; en wel is er »vrijheid" inhetgeheele Vorstendom, om in de Zending te arbeiden, en heeft Djokja in deze niets voor, noch staat het ten achteren, bij Poerworedjo. Maar: DJOKJA GRENST AAN SOLO, en is, in zeker opzicht, ÉÉN MET SOLO; wat niet het geval is met eenige andere Residentie. Van Djokja uit kan de Zendeling-arts OP SOLO WERKEN, om daar DE DEUR GEOPEND TE KRIJGEN VOOR HET EvANGEUE, gelijk van geen andere plaats. En dit is, dunkt ons, reeds afdoende, om Djokja aangewezen te zien als basis van Zendingsarbeid door den Zendeling-arts, met het oog op Solo en zijn milliocn inwoners, wien, volgens besluit van de Indische Regeering, nu nog niet het Evangelie mag worden gepredikt door een Zendeling, Dienaar des Woords; — nl. voor het geval, dat de Zendeling-arts thans niet te Solo kan blijven.

Dat dit laatste zoo zou zijn, geven v.'ij nog niet toe, — misschien ook niet, omdat het zoo bitter zou te betreuren zijn als Dr. Scheurer, uitstekend geneeskundige die hij is, en met onverdenkbare, lieldevoUe overgegevenheid aan den arbeid onder de Javanen zich gewijd hebbende, zich niet blijvend zou kunnen vestigen als Zendeling-arts op Solo, waar hij nu reeds een paar jaar gewoond heeft en bekend werd.

Doch mocht dit toch zoo wezen, dan is Djokja zijn aangewezen plaats; niet om bijkomstige redenen, maar omdat van Djokja uit hij het heerlijke werk zal kunnen doen, waartoe hij, allereerst, werd opgeleid en uitgezonden: IN DEN NAAM FJ< I IN DE KRACHT DES HEEREN, DOOR MEDISCHEN ZENDINGSARBEID, SOLO TE OPENEN VOOR HET EVANGELIE.

Ook deze stem dient gehoord te worden.

Men leest in het Rolhndsch Kerkblad:

In eene vergadering van Hervormden te Sneek sprak Ds. Wagenaar, Hervormd predikant te Leeuwarden, over Evangelisatie. Uit het verslag van die samenkomst leze men dienaangaande het volgende:

Spreker begon met zijne instemming te betuigen met de beginselen door den eersten spreker verdedigd en wees op de noodzakelijkheid, om die ook in de praktijk toe te passen, bepaaldelijk ook ten opzichte van wat men gewoonlijk Evangelisatiearbeid noemt. Met dien naam was spreker 't niet eens, daar ze oorspronkelijk iets geheel anders beteekent, dan er nu mede aangeduid wordt. Spreker zou 't liever noemen: bediening des Woords in gemeenten die in abnormalen toestand zijn. Dat dit werk ook in Friesland dringend noodig was, bleek duidelijk bij een. blik op de kerkelijke kaart van ons gewest, al bood die, bij vergelijking met den toestand zooals die voor een 40 jaar was, ook ruime stof tot dank. Toen waren in heel de provincie nauwelijks een vijltal leeraars in .onze kerk, die de banier der waarheid vrijmoedig durfden opheffen, en werd schier heel 't gewest beheerscht door de z.g. Evangelischen die de wegbereiders werden voor het modernisme.

Was er alzoo een zeer verblijdenden vooruitgang op te merken, die getuigde van Gods trouw, wel verre van daarop te gaan rusten, moest dit een prikkel te meer zijn, om voort te gaan en het Woord te brengen op die plaatsen waar 't niet verkondigd werd. Dat daar iets, aoms veel voor gedaan werd, erkende spreker volgaarne, maar op de vraag, of die arbeid voor ons kerkelijk leven gewenschte vruchten droeg, kon 't antwoord niet bevredigend zijn. De geschiedenis van menige Evangelisatie bewees veeleer het tegendeel; en vooral na de beweging van '86 was de verzoeking, om binnen korten tijd en vaak met weinig inspanning tot predikant gepromoveerd te worden, voor menig Evangelist te sterk, en bleek duidelijk, hoe licht een Evangelisatie, in stee van de kerk op te bouwen, ze kan verscheuren.

Dit gevaar, dat bij elke Evangelisatie, waar een vaste Evangelist is, verre van denkbeeldig is, moest ondervangen door een andere en betere methode, door den kerkelijken weg te bewandelen, zooal niet officieel dan officieus. Spreker wenschte dezen arbeid geregeld te zien door de Classes, bijv. in overleg met het provinciaal Comité der Confessioneele Vereeniging. De Classes, die sterk waren in werkkracht op dit gebied, zouden dan de zwakkeren, zooals bijv. Leeuwarden, waar bij een zeer uitgebreid arbeidsveld slechts een vijftal rechtzinnige predikanten waren, moeten bijspringen; de predikanten en ook de gemeenten zouden deze diensten moeten beschouwen als verplichte beurten evenzeer als de vacatures in den ring, en men zou voor elke abnormale gemeente een naburig predikant als officieus consulent moeten benoemen, om zooveel mogelijk de werkzaamheden buiten de bediening des Woords te vervullen. Spreker wees o. a. op den weg die de gescheiden kerken hierin Ijewandelden en die in menig opzicht ten voorbeeld kan strekken. Op eene vraag wat spreker met Classes bedoelde, daar 't van deze zooals zij zijn samengesteld, niet te wachten was dat zij dezen arbeid zouden aanvatten, wees spreker op 't voorbeeld van Amsterdam, waar men indertijd eene buitengewone vergadering der Classis had opgeroepen.

Een paar Evangelisten opperden bezwaren tegen de plaats hun aangewezen en werden door den spreker er op gewezen, dat geen geringschatting van hunne personen, hun kennis of arbeid hem dreef, maar dat men rekening moest houden met het ambt, vooral ook in dit werk.

De Penningmeester maakte van de gelegenheid gebruik om, waar we vooreerst nog niet zouden verkrijgen wat spreker wenschte, te wijzen op de noodzakelijkheid om 't bestaande te behouden, en met 't oog op den grooten nood, uit te breiden, en daarvoor te collecteeren.

Ds. Rutgers van Koudum had geen vrede met de uitdrukking »officiëus kerkelijk" en merkte op, dat, waar er op 't oogenblik van een kerkelijken weg geen sprake kon zijn, wij den onkerkelijken weg moesten bewandelen, die daarom niet antikerkelijk behoelt te zijn. Misschien zou men hier 't gevoegelijkst kunnen spreken van een sturen in kerkelijke richting. Nadat nog Ds. Gunning van Oosthem gewezen had op den arbeid in vroeger dagen, en vooral de jongere predikanten opwekte om deze schoone taak niet als last, maar als lust en plieht te beschouwen, werd de discussie over deze belangrijke zaak gesloten. Bedriegen wij ons niet, dan heeft »de Vereeniging van Vrienden der Waarheid in Friesland" indertijd gewerkt in den geest als door Ds. Wagenaar aangegeven, — en met zeer rijken zegen. De gunstige verandering in den toestand der Friesche kerken, is, onder Gods zegen, naar we meenen, vooral aan dien arbeid te danken. Een prikkel te meer zeker, om dit punt niet voor afgehandeld te houden, maar er over na te denken en door te denken.

De zaak is inderdaad alles behartigingswaardig; en als de leeraars zich er voor willen geven, zullen de gemeenten er wel warm voor worden en zou dat voor de finantiëelc zijde der zaak rtfe oplossing zijn. Dat die warmte nog niet 't kookpunt bereikte, bleek o.a. ook uit de ondertusschen gehouden collecte, die f 49, 50 bedroeg. Een mooi bedrag, 't is waar, maar in verband met 't aantal bezoekers toch niet om te zeggen «dankbaar en voldaan."

Dit bericht toont, dat Ds. Wagenaar nog niet te veel ingang voor zijn voorstel vond. Met het aandragen van den gewonen doolpot: »laten we een collecte houden" werd zelfs ten deele zijn pleidooi voor beginselen, die aan het kerkelijk leven der Hervormden beter spoor konden wijzen, beantwoord. Alsof geld de eerste behoefte van het kerkelijk leven ware.

Tóch is dat pleidooi op zichzelf reeds een opmerkelijk levensteeken: »Niet \2iX).%< txEvangelisaiie, ^3.nx toch ter plaatse Hervormde geloovigen wonen en dus eene gemeente gevonden wordt. Niet langer de prediking erkend van predikers, die, hoe schoon zij ook praten, het Woord des Heeren verwerpen. Maar samenbinding der geloovige gemeenten, kerkeraden, predikanten, om in alle plaats de geloovigen samen te roepen en het Woord Gods voor hen te bedienen!'' Zóó roept de stem van Ds. Wagenaar zijn Hervormde broeders toe.

Sprak men toch zóó allerwegen in ons vaderland in het kerkelijk leven der geloovigen, die zich door den naam «Hervormden" nog van de andere Gereformeerden onderscheiden, schoon ze eenzelfde dierbaar geloof deelachtig zijn.

De conscientie der geloovigen mag niet toelaten het ongestoord en rustig erkennen van ethische Schriftversnijders en Schriftverwerpers als geloovige broeders en als ware leeraars. Wie Gods Woord liet heeft, moet met zulke Schriltschendende mannen breken. En ook mag men niet in plaatsen, waar een ongeloovige prediker 'en ongeloovige ouderlingen dienen, aan hen de bediening des Woords en der Sacramenten overlaten, terwijl de geloovigen een samenkomstje met een «Evangelist" mogen houden, zonder ouderlingen, zonder de bediening des Woords, en zonder de Sacramenten.

Neen, zegt Ds. Wagenaar, zoo mag het niet langer; wij moeten in die plaatsen de geloovigen samenroepen en het Woord en de Sacramenten aan hen bedienen!

Die bedoeling heeft onze hartelijke sympathie.

Er kome een officieus kerkverband tusschen hen, die samen op het Woord Gods willen bouwen.

Maar dan ook trou-w aan het beginsel.

Ds. Wagenaar zal zeker niet van de. leer zijn, dat een predikant, eenmaal «bevestigd" zijnde, ook zonder plaatselijke kerk het ambt van dienaar des Woords heeft en overal meeneemt. Hij zal veeleer naar zuiver kerkrecht erkennen, dat het ambtielfs in die bevestiging in het geheel niet zit, maar juist in de roeping der plaatselijke kerk, die alleen dit ambt heeft en er in op laat treden, wien zij-daarvoor in naam baars Konings Jezus Christus aanwijst. Daar volgt dan uit, dat er voor de geloovigen in eenige plaats niet slechts gepreekt moet worden door een predikant, dien de kerken van elders aanwezen, maar dat er ter plaatse ook ouderlingen voor de geloovigen moeten optreden, om den dienst des Woords van de gemeente z'eli en dus van het ambt

der plaatselijke kerk naar de instelling des Heiligen Geestes te doen uitgaan, dewijl men toch immers erkent, dat er eene gemeente ter plaatse is.

En dan dient Ds. Wagenaar er even hartelijk voor te pleiten, dat de rechtzinnige predikant in eigen woonplaats tot de geloovigen in recht verband staat; niet door een ongeloovigen kerkeraad, gelijk thans te Leeuwarden het geval is, maar, — zij het dan officieus!— door geloovige ouderlingen. Eigen Sacramentsbediening in dit officieus verband met eigen attestaties zou dan gezocht kunnen worden naar dit beginsel.

Een eerste schrede reeds, een eersle poging, om aan de samenvoeging van Christus en Belial te ontkomen, zou de geloovigen zegenen.

Niet alles kan ineens.

Ook de uitkomst, de verdere leiding van het kerkelijk leven blijve thans buiten bepaling.

En evenzeer de verhouding van Hervormden en Gereformeerden, die bij voortgang van het kerkelijk leven vanzelf ter sprake komt.

De Gereformeerden, die in de vrijheid leven, hebben allerminst recht, om hard of hoog hun woord te richten tot de Hervormde broeders, die den weg van Ds. Wagenaar zouden inslaan. Hun vorderen van eenheid zou hen doen blozen. In volle vrijheid, zonder eenigen boei, hebben de Gereformeerden op vele plaatsen nu reeds vijf volle jaren gedeeld geleefd, zonder dat iets hen hinderde om tot eenheid te komen. De gehoorzaamheid des geloofs ontbrak hen nog in dit stuk.

Maar wederzijdsch hebben we als broeders en zusters recht, om bij elkaar op gehoorzaamheid des geloofs aan te dringen. In liefde tot de gemeente des Heeren. Aan te dringen op de gehoorzaamheid des geloofs, om toch op te staan en den opbouw van Juda's steden te zoeken; onze treden, de eerste schrede, te zetten in het spoor dat leiden kan tot herstelling van het kerkelijk saamleven der geloovigen. Tot reformatie van Christus' kerk.

Ook wij verheugen ons hierover.

Onze broeders en geestverwanten in de Ned. Herv. Kerk moeten om het verleden niet afgestooten, maar om Christus' wille aangetrokken. Vele jongeren vooral hebben met de gebeurtenissen van vóór en in 1886 niets uitstaande. Het is daarom plicht en roeping om op aanraking met de Gereformeerde broederen, en vooral met de Gereformeerde predikanten van alle zijden aan te dringen en aan te sturen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 maart 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 maart 1897

De Heraut | 4 Pagina's