GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Eenigen tijd geleden zag ik in uw geërd blad de vraag aangaande de uitdrukking „De deugd in het midden", en heb met genoegen het antwoord gelezen. Nu zou ik gaarne een soortgelijke vraag (met dezelfde bedoeling) onder de vragenrubriek in uw blad geplaatst en beantwoord zien. Zij betreft het spreekwoord (? ) „Alle goede dingen bestaan in drieën". Is dat afgeleid van, in verband staande met, of slaande op de Heilige Drieëenheid, of hebben genoemde woorden een geheel anderen oorsprong?

P. v. d. H. te O.

Het getal drie speelt een belangrijke rol, zoowel in de geestelijke als in de stoffelijke wereld. Het duidt zekere volkomenheid, volledigheid aan.

We lezen bijv. in 1 Joh. 5:7 en 8: ant drie zijn er, die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord, en de Heilige Geest; en deze drie zijn één. En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest, en het water, en het bloed; en die drie zijn tot één.

Voorts weten we, dat uit de twaalf discipelen van Caristus, drie het naast bij hem waren; dat Christus drie dagen in het graf lag, enz. David had eens de keus tusschen drie dingen. We lezen in 2 Samuel 24:12 en 13: a henen en spreek tot David: lzoo zegt de Heere: rie dingen draag Ik u voor; verkies u één uit die, dat Ik u doe. Zoo kwam Gad tot David, en maakte het hem bekend, en zeide tot hem: il u een honger van zeven jaren in uw land komen? Of wilt gij drie maanden vlieden voor het aangezicht uwer vijanden, dat die u vervolgen? Of dat er drie dagen pestilentie in uw land zij? Merk nu, en zie toe, wat antwoord ik Dien zal wederbrengen, die mij gezonden heeft.

En Davids Zoon Salomo zegt: Een drievoudig snoer wordt niet haast verbroken.

Zoo ook maken we met het getal d? ie kennis in allerlei, dat om ons heen voorkomt. Een predikatie of andere zaak hetft veehl drie voorname punten. Het water komt voor, bevroren, vloeibaar, gasvormig: ijs, water, damp. Drie deelen heeft de dag: morgen, middag en avond. Er is drieërlei onderwijs: lager, middelbaar en hooger. Driemaal is scheepsrecht. Bij veilingen volgt na drie oproepen de afslag, enz.

't Is dus niet onbegrijpelijk, dat het gezegde ntstond, waar ome lezer naar vraagt, hetwelk igenlijk wil zeggen: „Zal een ding goed zijn, an moet men er drie deelen in kunnen ondercheiden". Dat dit volstrekt niet altijd doorgaat, s duidelijk.

Wat wordt er bedoeld in Esther 3 : 7 dat en het lot wierp van dag tot dag en van aand tot maand. Waar was dat noodig voor? raagt onze lezer P. G.

Zooals we uit het boek Esther weten, en in it hoofdstuk zien, had de gunsteling des onings, Haman, die de Joden haatte, van oning Abasveros verlof gekregen, alle Joden n Perzië om te brengen. Eer Haman echter it plan uitvoerde wierp hij het lot, om te eten, welke tijd er de meest geschikte voor ou zijn. Dit was een heidensche gewoonte en igenlijk een soort waarzeggerij. Voor alle ewichiige dingen moesten de zoogenaamde wijzen" den besten tijd aangeven. Zoo lezen e in Esther 3:7 : In de eerste maand (deze de maand Nisan), in het twaalfde jaar van en koning Ahasveros, wierp men het Pur, dat , het lot, voor Hamans aangezicht, van dag ot dag, en van maand tot maand, tot de waalfde maand toe, deze is de maand Adar.

Men kwam dus door loting tot het besluit, dat de 13e Adar van de laatste maand des jaars, half-Maart tot half April de beste dag was. Oamiddellijk nog in dezelfde maand waarin men geloot had (dit was de eerste maand, Nisan of Abib geheten. April—Mei) werd een begin gemaakt met de uitvoering, gelijk we lezen in Esther 3:12: oen werden de schrijvers des konings geroepen, in de eerste maand, op den dertienden dag daarvan, en er werd geschreven, naar alles wat Haman beval, aan de stadhouders des Konings, en aan de landvoogden, die over elk landschap waren, en aan de vorsten van elk volk; elk landschap naar zijn schrift, en elk ­ volk naar zijn spraak. Er werd geschreven in den naam des konings Ahasveros, en het werd met des konings ring verzegeld.

Dit werpen van het lot of Pur is in des Heeren hand van zoo groote beteekenis geweest, dat de Joden, uit den nood gered, toen zij een gedachtenisfeest er van instelden, dit den naam Purim gaven naar het woord Par of lot; Esther 9; 26. Ook stelden zij vast, dat deze dagen gedacht zouden worden en onderhouden, in elk geslacht, in elk huisgezin, elk landschap en eike stad; en dat deze dagen van

Purim niet zonden overtreden worden onderde Joden, en dat de gedachtenis daarvan geen einde nemen zoude bij hun zaad. Dit is volkomen begrijpelijk, als wij bedenken, dat, zoo Hamans aanslag plotseling ware uitgevoerd, die menschelijkerwijs volkomen zou zijn gelukt. Nu wees het lot een uitstel aan van bijna een jaar, waarin nog veel ten goede kon veranderen, gelijk dan ook gebleken is. Wel wordt hier bevestigd, wat men in de Spreuken leest: Het lot wordt in den schoot geworpon, maar het geheele beleid daarvan is van den Heere.

Is het goed, vraagt W., Kerstfeest te vieren met een Kerstboom er bij? Bij verscheiden Kerstfeestvieringen is er een, maar ook zijn er veel menscUen tegen. Is daar reden voor?

0ver de oorsprong van den Kerstboom is reeds veel geschreven. Bij grondig onderzoek blijkt, dat het oudste bericht van hem is van ongeveer 1650, toen men in den Elzas „Kerstboomen" had, en bijna nergens elders. Dat ze vroeger ook in gebruik waren en waar weet dusver niemand. Wel bestaat er een bekend schilderij: „Luther bij den Kerstboom", maar dat is slechts zoo geweest in de verbeelding van den schilder. Eerst in het begin der 19e eeuw heeft zich de Kerstboom over heel Daitschland verspreid, en is vandaar ook in Engeland, Nederland en Frankrijk bekend geworden. Daartoe draagt veel bij het reizen en trekken, dat het Duitsche volk eigen is.

Vroeger meende men, dat de Kerstboom van heidenschen oorsprong was, uit den tijd onzer heidensche, Germaansche voorvaderen. Doch dat is niet te bewijzen. Wel weet men, dat deze op het eind des jaars een feest, het Joelfeest, hadden, waarbij men met vreugd en smullen eraan dacht, dat, nu de dagen weer gingen lengen, de zon weer langer scheen. Om dit af ie beelden, liet men o. a. brandende raderen rollen. Wellicht plantte men ook sparren en dennen voor de huizen. Later verving het Christelijk Kerstfeest het heidensche Joelfeest. Vele oude heidensche gebruiken echter bleven daarbij in stand, en zoo han ook de Kerstboom daaraan zijn oorsprong danken.

Doch hoe dit zij, iets Christelijks is er niet in, en 't is dan ook begrijpelijk dat inDuitschland en elders de Kerstboom ook geliefd is bij hen die niet gelooven in het kindeke te Bethlehem geboren. Wel worden vaak allerlei vergelijkingen gemaakt tusschen den lichtenden Kerstboom en C!iristus, het iicht der wereld, enz., maar dat zegt niets. De Heere Jezus vergelijkt zich ook met een wijnstok een deur, een herder.

Toch passen we dit niet toe op een bepaalde gebeurtenis. Er zit in den Kerstboom niets kwaads, maar de nsam deugt niet. Men kan hem eiken Decemberdag wel opzetten. Met het feest van Christus' geboorte heeft hij niets uitstaande.

Reeds dit raadt het gebruik van zoo'n boom op Kerstfeest af. Maar meer nog dat hij onwillekeurig er toe leidt, dat de feestvierenden de hoofdzaak vergeten.

Het Kei& tfeest is een feest van groote blijdschap. Maar waarom 7 Dat lezen we in Lukas 3:10, 11: n de engel zeide tot hen: rees nietj want ziet, ik verkondig u grcote blijdschap, die al den voike wezen %iX; namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids.

En al wat op Kerstteest daarvan afleidt en de aandacht sterk op iets anders richt, behoort er niet bij. Daarom zou ik den „Kerstboom" weglaten, als op een Christelijk feest niet behoorende. „U is de Zaligmaker geboren." Dat is de ware Kerstvreugde I Uiterlijk vertoon is onnoodig en kan schaden.

A. R. Ean volledige vertaling in dichtmaat van al de fabelen van Lafonlaine verscheen een honderd jaar geleden bij AUart te Amsterdam, in verscheiden deelen. De vettaler-betijmer was Noms, een letterkundige van weinig beteekenis, die veel voor het tooneel werkte. Zija overzetting is houterig en saai, al het mooie van Lafontaine valt weg. 't Is eigenlijk een prulwetk. Goede vertalingen van L!!.fontaine'g fabelen gaf onze groots dichter Ten Kate. Toch heeft, meen ik, nog niemand het pittige en eigenaardige, 't welk het oorspronkelijke kenmerkt, in een vertaling weergegeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 november 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 november 1911

De Heraut | 4 Pagina's