GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN VREEMDE HAVEN'.

XVII.

VOORUIT.

De heer Van Bergen, die in den tijd waarvan we hier spreken, nog ongehuwd was, gebruikte zijn middagmaal meestal niet thuis, maar bij dezen of genen goeden vriend. Zoo ook nu. En het zou later blijken dat in deze schijnbaar geringe omstandigheid veel gelegen was voor Hendrik Crul, al kon dat toen nog niemand voorzien. Wat wij kleine dingen noemen zijn dikwijls zeer groote, gelijk later blijkt. Zoo is vaak de weg des Heeren, die David bekwaamde om met een kleinen slingersteen den grooten Goliath te vellen.

Bij zijn .vriend gekomen, stelde Van Bergen zijn neef Hendrik aan den gastheer voor. Weldra zat men gezellig bijeen aan den disch, voor welken de vrouw des huizes uitnemend had gezorgd. Er werd druk gepraat, vooral over Nederland, het vaderland van alle aanwezigen. Hendrik mocht uit zijn vroeger leven en wedervaren zooveel vertellen als hij zelf wilde. Zoo kwam hij dan ook te spreken over zijn eerste zeereis. Hij verhaalde allerlei, doch over de behandeling hem door kapitein en stuurman aangedaan in den eersten tijd sprak hij nagenoeg niet.

Toen de maaltijd was afgeloopen hadden de gastheer, die Van Tol heette, en Hendrik kennis gemaakt. Ze stelden blijkbaar in elkaar belang, en Hendrik voelde zich zoo op zijn gemak, dat hij geheel zijn beschroomdheid bij het spreken met groote heeren vergat. Hij ging nu weder mee naar ooms huis. Want, zei deze, wij moeten nog even onder ons praten.

»Wat zijt ge nu van plan te doen ? " sprak de heer Van Bergen vriendelijk. > Ge moet spoedig beslissen. Want het schip vertrekt misschien al over een week weer. Wil je nu meegaan, dan is het goed, maar blijf je liever nog een poos hier, doë het dan gerust. Ik hoop voor alles te zorgen, en er gaan gedurig schepen, zoodat je weg kunt wanneer je wilt. Of is de zeereis je mis­ schien niet bevallen? 't Was ditmaal ook een lange."

»Och, " zei Hendrik, »het ging nogal, ofschoon in het eerst mij alles vreemd was, en mijn handen voor alles verkeerd stonden." Van den kapitein en den stuurman zweeg hij ook nu zooveel mogelijk, althans over hun onverschilligheid en plagerijen. Ea de oom die niets vermoedde vroeg er niet naar. Het slot van de zaak was dat Hendrik voorloopig nog wat blijven zou, om land en volk eens van nabij te zien. Hij kon dan later zelf beslissen wat te doe; i. Op verlangen van den heer Van Bergen ging hij voor dien avond nog naar het schip terug, om den kapitein van een en ander kennis te geven.

Toen hij zijn tijdelijke woonplaats weder bereikt had, laat in den avond, scheen het hem toe dat hij tegen de gewoonte met belangstelling werd verwacht. De kapitein en de .stuurman wandelden in druk gesprek het dek op en neer. Toen bij eerbiedig groetend langs hen heen wou gaan, zeide de eerste vriendelijk:

> Dat is laat geworden, maar je waart in een goed huis en bij een besten heer. Hoe beviel het je aan land? Wat ongewoon hé na zoo'n lange zeereis. Maar dat went wel. Ik hoop maar dat de t'huisreis wat korter uitvalt. Jij zeker ook."

Hendrik wist niet zoo gauw wat te antwoorden, en zweeg dus. Het was den schipper er blijkbaar om te doen, te vernemen of ook over hem bij den reeder gesproken was, en de stuurman wenschte ook zekerheid op dit punt voor zich zelf Doch 't was laat, Hendrik was moe, en zoo moest men alles tot morgen uitstellen.

Toch, al was het tegen de scheepsorde, kon Crul niet nalaten even te gaan zien, of de kok nog op was. Dat trof gelukkig zoo, en weldra zaten die twee in druk gesprek over het gebeurde van dien dag, waarbij de kok in het eerst bijna louter toehoorder was.

Als gezegd was het reeds laat, en schoot er niet veel tijd tot praten over. Dat was maar goed ook, want Hendrik was zoo vervuld van al hetgeen hij dien dag had gezien of besproken, dat hij er wel uren over had kunnen praten. Vooral weidde hij uit over zijn oom. Blijkbaar had hij van dezen groote verwachting.

iDat is een gewichtige dag voor je geweest, " zei de kok toen Crul een oogenblik zweeg »Wie weet wat de Heère God hier nog voor je heeft weggelegd. Heeft mijnheer Van Bergen je nog het een en ander gevraagd over de reis en het leven aan boord ? Dat kon wel zijn, want kapitein Klaver kende hij van nabij, maar dezen niet."

•Och, ik heb zoo het een en ander verteld, " zei Hendrik droogweg.

> Ook van de behandeling die de kapitein en de stuurman je hebben aangedaan? "

«Neen, heel weinig althans."

»Ik dacht dat je juist over die dingen het eerst en het meest zoudt gesproken hebben. Waarom deedt je dat niet? Had je er geen lust toe? "

> Maar al te veel", zei Hendrik, „en ik weet ook dat, als ik sprak, hun onvriendelijkheid en plagerij hun leelijk op kon breken. Maar ik heb uit den Bijbel en van mijn ouders geleerd, dat men zich zelf niet moet wreken. Er staat ook geschreven: Wreekt u zelf niet. Daar heb ik aan gedacht, of liever de Heere gaf mij in het hart er aan te denken. Ik heb geen spijt van mijn zwijgen". *

„Nu", zei de kok „ik vind het mooi. Ik was er misschien niet toe gekomen. Maar je hebt best gehandeld en het zal je er naar gaan".

't Werd te laat om nu nog meer te spreken, en de vrienden moeten scheiden. Maar vooreerst sUep de een noch de ander. De kok was mistroostig dat hij zijn jongsten maar besten vriend op het schip waarschijnlijk zou verliezen. Dat, geloofde hij, zou wel niet uitblijven. En Hendrik was zoo vervuld van de wisselingen en de vooruitzichten die deze dag hem gebracht had, dat hij klaar wakker bleef liggen tot diep in den nacht. Hij kon niet nalaten op te merken, hoe de hand des Heeren zijn leven en lot bestuurde. Hoe lang had hij er niet over gedacht zich aan een vak te wijden, en nu deed zich ongedacht wellicht een weg voor hem open. Want, zoo redeneerde hij, als oom mij hier wil houden, en dat schijnt zoo, weet hij dat ik leven moet en geen duit bezit voor mijn onderhoud. Daar moet ik dus voor werken, en zeker zal oom mij daarbij behulpzaam zijn: Hij kan hier zooveel gedaan krijgen.

Maar zou hij, Hendrik, wijs doen hier misschien ja.ren te blijven? Zou hij et niet spoedig spijt van hebben zoo ver van het vaderland te zijn, al was hij dan ook op Nederlandsch gebied? Maar hij bedacht ook. hoe hij in Nederland als een arme jongen zou moeten beginnen, terwijl hier in Suriname de weg wel voor hem gebaand scheen. Hij kon het met zich zelf niet eens worden tot gelukkig eindelijk de slaap zijn moede oogen sloot, doch niet vóór hij God had gedankt voor Zijn onverdiende zegeningen.

Het eerste wat Hendrik den volgenden morgen deed, was den kapitein te gaan spreken en hem mee te deelen, dat hij, op verlangen van zijn oom voorloopig bij dezen zou vertoeven, en niet meer op het schip. De kapitein scheen dit geen goed teeken te vinden en deed, gelijk Crul wel merkte, alle moeite om nog wat meer te weten te komen. Doch Hendrik was gesloten als een pot, nu, en later jegens den stuurman. Beide mannen vreesden, dat de reeder het hun lastig zou maken, als hij wist hoe zij zijn neef hadden bejegend. Doch er gebeurde niets bijzonders. Dat viel natuurlijk mee, al zaten ze ook een paar dagen in den angst. Nu, dat hadden ze aan Crul wel verdiend.

Hadden de laatste dagen den jonkman allerlei afwisseling gebracht nog meer zou volgen.

Een uur na zijn bezoek aan den kapitein werd Hendrik een brief gebracht, die zoo pas bij scheepsgelegenheid uit Nederland was aangekomen. Hij kende de hand van het adres niet en haastte zich het schrift te ontzegden.

BRIEFWISSELING.

P. B. te R. Uw vraag krijgt eerlang een beurt. Daar de vragers die pas gehad hebben, moeten zij nu een weinig geduld oefenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1920

De Heraut | 4 Pagina's