Geen duimbreed?! - pagina 106

R U T G E R S LAATSTE JAAR ALS

RECTOR

Duitsland worden gevoerd. 9 Colijn was gearresteerd met nog negentig andere vooraanstaande A R P - m e n s e n in verband met de Duitse aanval op de Sovjet-Unie. Tegelijkertijd werd de partij verboden, net zoals de andere nog bestaande democratische partijen. Omdat voornamelijk partijbestuurders, geen kamerleden, waren opgepakt, kon fractievoorzitter Jan Schouten als opvolger van Colijn optreden als partijleider en tevens als president-directeur bij de vu. 106

Op de voorgenomen gezamenlijke vergadering van directeuren en curatoren met rector Rutgers als vertegenwoordiger van de senaat, bracht president-curator De Vries advies uit namens curatoren over de voordracht van Versteeg. Hij wees erop, dat men de indruk had gekregen, 'dat de wetenschappelijke ontwikkeling van dezen niet al te sterk is, en dat hij het verband der gereformeerde beginselen en de wetenschap wel iets dieper moet gaan voelen'. 10 Juist omdat Versteeg nog als student stond ingeschreven bij de vu en op dat moment nog geen examen had afgelegd in de rechten, had men toch wat aarzelingen hem tot lector te benoemen. Maar ook een aanstelling als privaatdocent zou volgens curatoren niet op zijn plaats zijn, omdat ook zo'n functionaris krachtens het vu-reglement gepromoveerd zou moeten zijn. Een bijzondere leeropdracht van tijdelijke aard zou volgens curatoren de enige oplossing kunnen zijn, maar daarvoor zou wel toestemming van de 'Regeering' noodzakelijk zijn. Rutgers nam het vervolgens enigszins voor Versteeg op. Hij wees op zijn 'voortreffelijke openbare les' in Utrecht en op het feit, dat Versteeg nummer twee op een voordracht had gestaan voor de Universiteit van Amsterdam. Rutgers twijfelde er niet aan, dat te zijner tijd 'bet inzicht in het verband van wetenschap en beginselen' wel zou komen. Toch meende Rutgers het advies van curatoren te moeten accepteren, afgezien van de tijdelijkheid van de aanstelling. Na uitvoerige discussie werd uiteindelijk in die zin besloten, dat Versteeg met een bijzondere leeropdracht zou worden belast tegen een honorarium van fl. 4.500 voor een bepaalde tijd, zonder dat dit laatste zou worden gepreciseerd, waarbij gedacht werd aan een periode van vijf jaar. In deze jaren zou hij geen pensioenrechten genieten. Aan de oprichting van een leerstoel notariaat zou nog niet worden gedacht. De benoeming van Hellema leek veel gemakkelijker te zullen verlopen. Alleen curator Van Es keerde zich tegen de benoeming tot bui-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen