Geen duimbreed?! - pagina 54
De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting
VOORSPEL
van het corps A. M. Donner. Zijn voorganger als rector, I. A. Diepenhorst, schreef zich, hoewel hij reeds was afgestudeerd in rechten, enkelen jaren in voor theologie. Zelfs twee doctoren stonden om een dergelijke reden nog ingeschreven. Vijf studenten hadden zich alleen voor het volgen van enkele speciale colleges ingeschreven bij wis- en natuurkunde. Het totale aantal voor een volledige studie ingeschrevenen, dat nog niet een doctoraal had behaald, kwam op 561. Hiervan beschikten 259 al wel over een kandidaatsdiploma. Elf van de voltijdse studenten kwamen uit het buitenland of de koloniën, van wie drie uit Hongarije, drie uit Zuid-Afrika, twee uit Nederlands-Indië, twee uit Duitsland en één van Sint-Maarten. Uiteraard allemaal behorend tot een reformatorisch kerkgenootschap. Bijna 9 0 % van de studenten was gereformeerd. Het aantal meisjesstudenten was nog gering; slechts 48 meisjes hadden zich ingeschreven voor een kandidaats- of een doctoraalstudie. Opvallend genoeg was één van de vier ingeschreven gepromoveerden een dame, namelijk dr. M. A. C. M. van Hattum. Van de 48 meisjes studeerden er 24 rechten, dertien letteren, zes wis- en natuurkunde en vijf theologie. Eén meisje volgde de deeltijdstudie wisen natuurkunde. Dat het aantal dames dat theologie studeerde zo laag was, hoeft ons niet te verbazen; een vrouw op de preekstoel was toen in gereformeerde kring nog een onbekend gegeven. Maar een begin van vrouwenemancipatie in de vu-wereld was toch al te bespeuren: in 1937 promoveerde Gesina van der Molen als eerste vrouw van de vu, op een rechtshistorisch onderwerp in de juridische faculteit. Tijdens de bezetting zou zij een belangrijke rol in het verzet spelen en na de oorlog als hoogleraar aan de vu worden benoemd voor internationaal recht. 95 Ook het aantal docenten was nog niet bepaald omvangrijk, al was dit in de jaren dertig wel wat toegenomen. In 1 9 2 0 werkten er nog maar zeventien docenten aan de vu, in 1930 was dat aantal toegenomen tot eenentwintig. 9 6 In 1939 omvatte de faculteit der godgeleerdheid vijf gewoon hoogleraren (H. H. Kuyper, F. W. Grosheide, G.Ch. Aalders, V. Hepp en D. Nauta) en drie buitengewoon hoogleraren (C. van Gelderen, J. Waterink en J. H. Bavinck). Bij de faculteit der rechtsgeleerdheid waren vijf gewoon hoogleraren werkzaam (A. Anema, P. A. Diepenhorst, H. Dooyeweerd, V. H. Rutgersen J. Oranje). De faculteit voor letteren en wijsbegeerte beschikte over acht gewoon hoogle-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's