Geen duimbreed?! - pagina 197

DE P S Y C H O L O O G ALS

PLEITBEZORGER

Daarbij maakte Waterink zich soms zorgen over zijn gezondheid. Zo had hij sinds 1 9 4 0 soms last van nierstenen. Zijn huisarts stelde hem wel gerust, maar legde hem in 1 9 4 0 toch een vrij streng dieet op, waarin hij zich alcohol en specerijen zou moeten ontzeggen, en geen tomaten, spinazie, zuurkool en vis in blik meer zou mogen eten. Bovendien zou hij niet teveel varkensvlees tot zich mogen nemen en diende hij het roken danig te verminderen of zelfs geheel te staken. 4 In de loop van de bezetting zal hij met het aanhouden van dit dieet niet al te veel moeite meer hebben gehad, gezien de steeds schaarsere rantsoenen. Het totaal aantal gevallen waarbij Waterinks hulp werd ingeroepen is op grond van het aanwezige archiefmateriaal niet helemaal te berekenen. In ieder geval voor het jaar 1943 bestaat vrij veel onduidelijkheid. Voor de jaren 1 9 4 4 en 1945 gaat het naar alle waarschijnlijkheid om het indrukwekkende aantal van 366 gevallen. Voor het jaar 1943, waarin Waterink pas vanaf de maand juni als bemiddelaar ging optreden, zouden daar toch zeker een vijftigtal bijgeteld moeten worden. Als men dan bedenkt, dat juist Waterinks wetenschappelijk instituut ook na de sluiting van de v u op volle toeren bleef draaien met daarnaast de nodige clandestiene colleges en tentamens, dan kan men zich enigszins een voorstelling maken van de omvangrijke werkzaamheden, die de pedagoog in deze jaren van spanning en ellende heeft verricht. Bovendien publiceerde hij als één van de weinige vuhoogleraren nog aardig wat studies tijdens de oorlog, ook op theologisch terrein, waarvoor hij uiteindelijk was opgeleid. Tevens speelde hij op de achtergrond een rol in de interne gereformeerde strijd om de leergeschillen, die tenslotte tot de scheuring van 1944 zou leiden. Waterink begon met het helpen van zijn eigen student-assistenten. Ook onder zijn latere cliënten bevonden zich nogal wat studenten, overigens lang niet allemaal van de vu. Maar het merendeel van de gevangenen waarvoor hij zich heeft ingespannen, behoorden tot allerlei groepen van de bevolking. Op een lijst met namen van gearresteerde onderduikers in de Noordoostpolder, voor wie Waterinks hulp in het begin van 1944 werd ingeroepen, bevonden zich twee schippers, twee kantoorbedienden, twee grondwerkers, twee bankwerkers, een lijstenmaker, een fabrieksarbeider, een expediteur, een commissionair, een kapper, een slager, een groenteman, een butler, een hulpbesteller, een Chinese koopman, een aardappelenman, een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen