Worsteling naar waarheid - pagina 38

DE VU TOT I 9 3 O

Op de vu werd Vollenhovens proefschrift enthousiast ontvangen: zijn werk was een gedetailleerde uiteenzetting over het belang van de grondslag voor de inhoud van een academische discipline. Er werd weliswaar in 1918 nog geen wiskunde beoefend aan de vu, maar de toon was gezet. Smit schreef in een (verder nogal negatieve) recensie dat het proefschrift school zou maken op de op te richten wis- en natuurkundige faculteit. 52

DE

KWESTIE-GEELKERKEN

Vijf jaar later ontstond in de gereformeerde wereld een conflict dat erg bepalend zou zijn voor de oprichting van die Wis- en Natuurkundige Faculteit. Op 23 maart 1923 hield dr. J.G. Geelkerken, een aan de vu bij Bavinck gepromoveerde predikant, in de Parkkerk te Amsterdam een preek over de zondeval (Genesis 3). Volgens één van zijn gemeenteleden week hij daarbij af van de gereformeerde leer, door in twijfel te trekken of de sprekende slang en de vrucht van de boom wel echt zintuiglijk waarneembaar geweest waren. Tot in de hoogste kerkelijke instantie, de synode, werd uitgevochten of Geelkerken dit, in zijn hoedanigheid van Gereformeerd predikant, mocht denken. Geelkerken weigerde in te stemmen met de letterlijke, historische opvatting van de Bijbel, zoals de synode van Assen van hem eiste. Hierop werden hij en zijn kerkenraadsleden afgezet. Dit leidde tot een kerkscheuring, waarbij Geelkerken en zijn medestanders een nieuw kerkgenootschap, de Gereformeerde Kerken (in Hersteld Verband) oprichtten. 53 Voor de vu rees nu het probleem dat sommige hoogleraren het met Geelkerken eens waren en met hem meegingen in de scheuring. Ook nu veroorzaakten de kerkelijke problemen deining in de Vereeniging en op de vu: men begon zich af te vragen of de 'Geelkerkianen' nog wel gereformeerd waren en of zij wel aan de vu thuishoorden. Anderzijds was de besluitvorming op de Synode van Assen beïnvloed door de theologen van de vu. Op de jaarvergadering van de Vereeniging in het jaar 1927 werd daarom een commissie ingesteld om te onderzoeken of de gereformeerde beginselen uit artikel 2 van de Statuten, waarmee hoogleraren moesten instemmen, ook inhielden dat men de Bijbel onvoorwaardelijk letterlijk moest opvatten. In 1928

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen