GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 128

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 128

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

CNO

Wat Smuts hier schreef, kwam overeen met de uitkomst van enkele recente gesprekken met mensen uit de Transvaalse onderwijswereld. Onderwijs was een speerpunt van het beleid van gouverneur Milner en diens ambtenaren. Vanaf het begin waren zij bezig, het onderwijs in de voormalige Republieken te verengelsen; reeds gedurende de oorlog werden overal Engelstalige kampschooltjes opgericht en later ook dorpsscholen, en er werden honderden leerkrachten uit Engeland geïmporteerd. De Transvaalse Superintendent van Onderwijs dr. N. Mansvelt was in juli 1900 het land uitgezet, samen met veel van zijn Nederlandse onderwijzers. Niet het Nederlands, maar het Engels was sinds midden 1900 het onderwijsmedium, vanaf 1903 zelfs verplicht op alle gesubsidieerd onderwijs. Nu waren hier en daar wat van Mansvelts Nederlandse onderwijzers achtergebleven, die zo goed en zo kwaad als het kon hun onderwijs voortzetten. Zonder de vooroorlogse staatssubsidie en met ouders die vanwege de oorlogsomstandigheden het schoolgeld niet of nauwelijks konden betalen, leden de meesten armoede. In juni 1901 richtten een zestal van hen, allen woonachtig in Pretoria, een Vriendenkring op. Doelstelling ervan was het verstrekken van geldelijke hulp 'aan Hollandsche Onderwijzers en hun betrekkingen in Transvaal... die niet in de noodzakelijkste behoeften van zichzelf en hun gezin' konden voorzien. 22 Voor de financiering rekenden zij op Nederlandse steun, waartoe zij zich richtten tot H.J. Emous te Amsterdam die als secretaris van het Schoolfonds voor de oorlog feitelijk al die Hollandse onderwijzers had uitgezonden naar Transvaal. Inderdaad bewerkte Emous dat Het Christelijk Nationaal BoerenComité (waarvan hij bestuurslid was, zoals we zagen) de Vriendenkring subsidieerde. Tegen het einde van de oorlog steunde de Vriendenkring een vijftigtal onderwijzers, een aantal dat snel toenam door de terugkeer van onderwijzers uit krijgsgevangenen- en concentratiekampen. Het deed ook het aantal Hollandstalige vrije scholen toenemen. De Vriendenkring kon echter na enige tijd de hoeveelheid werk niet aan. Bovendien beseften de leden dat het vrije onderwijs niet alleen de Hollandse schoolmeesters aanging. Daarom namen zij contact op met dr. H. Reinink, voor de oorlog rector van het Staatsgymnasium en nu van een bijzonder Hollandstalig gymnasium (dat geen succes werd)23, de plaatselijke Nederduits-gereformeerde en gereformeerde predikanten H. S. Bosman en W. Postma, en genl. Smuts. Allen za-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 128

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's