GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 258

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 258

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET

RASSENVRAAGSTUK

van de gemene gratie: God heeft het ene volk meer overgelaten aan het kwaad en de straf op de zondeval dan het andere - maar ook weer onjuist is de gedachte dat 'onder de Zoeloes en Betschoeanen ganschelijk geen gemeene gratie meer' doorwerkt. 157 De Gemeene Gratie liet dus zien, dat Kuyper niet vreemd was aan het toenmalige vooroordeel over de rassen en het Europacentrisch superioriteitsgevoel. Maar de rassenkwestie had slechts een zeer bescheiden plaats in De Gemeene Gratie. De tendens van zijn boek was juist tegenovergesteld. Kuyper schreef daarin een 'apologie voor de absolute en universeele beteekenis van het christendom', 'een geschiedeniswij sgeerige constructie', 'een christelijke-cultuur-idee'. 158 Hij wilde een antwoord geven op de vraag, waarom de wereld (die immers sinds de zondeval 'in het booze ligt') geen volslagen hel is maar zo vaak zelfs méévalt. 159 En dus ook, hoe christenen en niet-christenen kunnen samenleven en gezamenlijk het goede doen. Daarom staan in Kuypers boek het Noachitisch Verbond en de gemene gratie centraal, die Gods geduld met de gevallen mens belichamen - hij beschrijft de geschiedenis van Gods genadige omgang voor alle mensen. Badenhorst ging dus aan de boodschap van De gemeene gratie voorbij en haalde er slechts de passages uit die hem pasten. Bovendien interpreteerde hij die ook nog eens naar zijn eigen believen. Neem bijvoorbeeld een passage waar Kuyper wilde uitleggen, dat de vloek op het gevallen mensdom geen einde oefening was: de gemene gratie betekende juist dat de mensheid ook na de zondeval het leven kon voortzetten en dus ook geen einde maakte aan de scheppingsordinantie die leert 'dat de kinderen der menschen niet eenvormig door God voorbeschikt waren'. Bijna twee bladzijden lang weidde Kuyper vervolgens uit over die gevarieerde scheppingsgaven voor de individuele mensen en de betekenis van de gemene gratie daarvoor, om dan kortweg te stellen dat deze betekenis van de gemene gratie evengoed doorwerkt 'op volk, geslacht en gezin' als op het individu. Maar Badenhorst vat dat alles samen met deze ene zin: 'die Here God het 'n ryke verskeidenheid gebied, ook van volkeren tale en nasies'. l6 Een ander voorbeeld van bevooroordeeld lezen levert Badenhorst, waar hij stelt dat rasgemengde huwelijken de huwelijksordinantie van God in gedrang brengen en daarbij een passage van Kuyper aanhaalt.101 Daarin viel Kuyper de moderne opvatting van het huwelijk aan: in de staatsburgerlijke huwelijkssluiting tellen immers organi-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 258

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's