Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 288
De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005
onderzoek wereldvoedselvoorziening
onder optimale omstandigheden. Het team in Amsterdam probeert een wereldmodel te maken voor de fysieke en sociaal-economische kanten van het voedselvraagstuk. Het vu-project wordt genoemd naar de Griekse schikgodin Moira – het acroniem staat voor ‘Model for international relations in agriculture’. De vraag die Linnemann zich stelt, luidt: ‘Is het mogelijk je een beleid voor te stellen, nationaal en internationaal, waardoor over de hele wereld een redelijke voedselvoorziening tot stand kan komen tegen de tijd dat de wereldbevolking is verdubbeld?’1 Er blijkt in brede kring grote belangstelling te bestaan voor de unieke onderzoeksbenadering. Ook ‘Vrouwen VU-hulp’ is enthousiast en levert een fikse financiële bijdrage aan het project. Het team uit Wageningen komt tot de uitspraak dat het optimale landbouwpotentieel van de wereld ongeveer dertig keer hoger ligt dan het productieniveau van het jaar 1965. Een slotconclusie van het moira-project is, dat het hongervraagstuk vooral ontstaat door een tekortschietende verdeling, en niet door een tekortschieten van de voedselproductie. De oplossing moet worden gezocht in verkleining van de inkomensverschillen, zowel in rijke als in arme landen, maar ook tussen rijke en arme landen. In 1977 loopt het moira-project af en wordt als institutionele opvolger de Stichting Onderzoek Wereldvoedselvoorziening (sow) in het leven geroepen. Professor Wouter Tims is de eerste directeur van sow. In de eerste jaren blijft de staf verdeeld over Amsterdam en Wageningen, maar in 1987 worden alle medewerkers gehuisvest op de vu; de naam van het instituut verandert dan in sow-vu. In 1995 treedt Tims af en wordt opgevolgd door prof. Michiel Keyzer. sow-vu is een onderzoeksinstituut, verbonden aan de Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, dat zowel op nationaal als internationaal niveau steun geeft aan de voorbereiding van voedsel- en landbouwbeleid, en aan maatregelen gericht op armoedebestrijding. Het instituut wordt voornamelijk gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken (uit fondsen van ontwikkelings-samenwerking) en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Sinds 2000 ontvangt het instituut ook een bescheiden bijdrage van de vu. Voor de meeste projecten komt de financiering van internationale instellingen zoals de Wereldbank. Tot begin jaren negentig zijn de projecten geconcentreerd in Zuid- en Zuidoost-Azië, met nationale landbouwstudies in Thailand, Bangladesh en Indonesië. Daarna verschuift de pro-
Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 287
287
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's