GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 57

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

de relatie tot de nederlandsche hervormde kerk

56

echter niet bevoegd om zich in een zuiver kerkelijke kwestie te mengen, noch om een advies in een theologische kwestie te geven. Meer gehoor vond Hoedemaker op de vergadering van de faculteit van 1 februari 1884.104 Daar werd besloten de drie studenten die preekbeurten vervulden op het matje te roepen. Op een vergadering van 8 februari 1884 werd de heren voorgehouden dat ze geacht werden na hun kandidaatsexamen nog een jaar lang colleges dogmatiek en practica te lopen.105 Bovendien mocht een kandidaat dan eerst het Woord bedienen als hij kerkelijk onderzocht was en daarna geroepen door een kerkenraad. De faculteit wenste zich aan deze regels te houden en had het nodig geoordeeld een en ander, met respect voor de eigen verantwoordelijkheid van de studenten, te hunner kennis te brengen. Over dat extra jaar werd hier en daar smalend gedaan: Kuyper en Rutgers waren nog niet klaar met hun kerkelijke plannen en de jonge student moest nog maar even wachten! Ook geestverwanten maakten Kuyper deelgenoot van hun bezwaren.106 In ieder geval is het vreemd dat dat jaar genoemd wordt, want het staat in geen enkele regeling vermeld. Het lijkt er inderdaad op dat Kuyper, die nog niet klaar was met de verwerkelijking van zijn kerkelijke idealen, op dat moment geen alumni kon gebruiken. Ondertussen viel de onzekerheid Houtzagers zwaar. Want in een brief van 10 juni 1884 verzocht hij de faculteit alles in het werk te stellen om de weg naar het predikambt te openen.107 Tevens vroeg hij wat hij zelf kon doen. En voor het geval die weg vooralsnog was afgesloten, vroeg hij de faculteit om hem tijdelijk aan een baantje te helpen. De faculteit overlegde dat zij niet bevoegd was advies te geven in kerkelijke aangelegenheden. Wel wilde ze hem vertellen wat onder deze omstandigheden ‘de eisch onzer beginselen is.’108 Dit advies kwam erop neer dat een faculteit als wetenschappelijke instelling geen poging kon of mocht aanwenden om rechtstreeks invloed uit te oefenen op kerkelijk terrein. Wel lag het op haar weg aan te geven, ‘welke gedragslijn in een gegeven geval, door de eisch van Gods Woord in overeenstemming met de Geref. beginselen, geboden’ is. Mocht er een kerk zijn die een dergelijk advies wenste, dan was de faculteit bereid dit te geven. Met andere woorden: Houtzagers diende af te wachten of een (plaatselijke) kerk bereid zou zijn stappen te ondernemen. Van de faculteit mocht hij niets verwachten. Houtzagers antwoordde bijna per omgaande en creëerde in zijn brief een gelijkenis met zichzelf in

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 56

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's