GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 47

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

KRITISCHE

492

DIALOOG

litieke ervaring en status, liefst uit het linkse spectrum, leek De Gaay Fortman dus noodzakelijk. Vandaar ook zijn voorkeur voor de socialist Patijn. Tevens wilde De Gaay Fortman met die benoeming zijn eigen greep op de commissie vergroten, want niet alle leden ervan waren geheel tevreden met zijn voorzitterschap. 149 Minister Klompé (cRM) stelde de benoemingskwestie uit.I5 Dat had ongetwijfeld te maken met de weigering van het visum door de ZuidAfrikaanse regering aan Bruins Slot in maart 1967. Hij had die vooral te danken aan een felle anti-Zuid-Afrikaanse voordracht in september 1 9 6 6 gehouden op een bijeenkomst georganiseerd door de Verenigde Naties te Brasilia. De weigering maakte hem natuurlijk ongeschikt voor het lidmaatschap van de Commissie van Advies en Coördinatie. 151 De vacature in de Commissie bleef onvervuld. 152 Tegelijkertijd had De Gaay Fortman in de commissie zelf het functioneren van het verdrag aan de orde gesteld. Voldeed het aan de doelstelling, zoals door staatssecretaris Van der Stoel verwoord en hierboven aangehaald? De interne discussie in de Commissie, gevoerd in juni 1 9 6 6 en januari 1967, resulteerde in een notitie van 14 maart 1967, gesteld door het lid prof. dr. G. W. Ovink.153 De notitie opende met de principiële standpuntbepaling: Het cultureel verdrag tussen Nederland en Zuid-Afrika is een verdrag tussen de regering van Nederland en de regering van de Unie van (thans Republiek) Zuid-Afrika en niet tussen Nederland en een of meer delen van de bevolking van Zuid-Afrika. De activiteiten die in het kader van het verdrag worden ondernomen moeten zich dus uit (kunnen) strekken tot alle bevolkingsgroepen van beide landen, zij het dat bepaalde activiteiten meer op deze en andere meer op gene groep van die bevolking gericht kunnen zijn.

Dit laatste, aldus de notitie, is analoog aan de uitvoering van het cultureel verdrag tussen Nederland en België. Ook daar worden activiteiten ontwikkeld gericht op de gehele bevolking, maar daarnaast andere die hun oorsprong of aanleiding vinden in de taalverwantschap met een deel van de Belgische bevolking, en weer andere zijn specifiek bedoeld voor de Franssprekenden. Wat Zuid-Afrika betreft, moet men dus zelfs denken aan vier categorieën: activiteiten gericht op de gehele bevolking, die van Nederlandse afkomst, die met een Engelse achtergrond en die met een niet-Europese achtergrond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's